Vandaag hebben we Romeinen 9 onder de loep genomen. Een hoofdstuk dat veel vragen oproept: Haat God bepaalde mensen? Heeft God van te voren besloten wie er naar de hemel of de hel gaan? Mag ik God vragen waarom Hij mij niet anders heeft gemaakt? Wat is het gevolg als ik zeg 'dat rot been doet zo'n pijn, ik kan het er wel afhakken!'? Heb ik wel invloed op mijn leven na dit leven? Best heavy vragen. Voel je vrij om alsnog te reageren op deze preek of om je vragen te stellen, onderaan de preek.
Waarom God jou zou heeft gemaakt
Is er uitverkiezing, een goddelijke raadsbesluit en haat God mensen?
PowerPoint-presentatie bij de dienst 20220925 Waarom God jou zo heeft gemaakt. De vet-gedrukte woorden duiden overgangen in de presentatie aan. U kunt hem via de link downloaden. U kunt de dienst terugkijken of luisteren via deze link. Houd u er rekening mee dat u tijdens het zingen niks hoort. Deze dienst begint hiermee, dus u hoort de eerste paar minuten niets.
Geliefde broeders en zusters in de Heere,
Als we Romeinen 9 lezen kunnen er veel vragen boven komen. Vragen waar vele mee hebben geworsteld en zelfs de grootste onder de theologen mee in de knoei zijn geraakt, wat tot op de dag van vandaag de kerk beïnvloed. Het spijt mij oprecht dat ik opnieuw mijn grote voorbeeld Augustinus, alsook Calvijn moet noemen die met dit hoofdstuk de fout in zijn gegaan. Petrus doorzag dit gevaar reeds en waarschuwt hiervoor als hij zegt in 2 Petrus 3:15-16 dat de brieven van Paulus moeilijk zijn en dat men hieruit verkeerde verkeerde conclusies zou trekken door onwetendheid en hierdoor dwaalleer teweeg zal brengen. Dat is niet niks wat hij zegt. Erger dan dat dit hoofdstuk vragen oproept, is als het geen vragen bij je oproept. Ik zal uitleggen wat ik bedoel.
Haat God mensen?
Een vraag die bij mij opkomt is: Hoe kan God Ezau haten, terwijl Hij zegt: Hebt uw vijanden lief? Hoe kan God dit zeggen als Hij ook zegt dat haat gelijkstaat aan doodslag? Voordat ik dat beantwoord wil ik dat je de volgende stelling altijd blijft vasthouden als de Schrift vragen oproept: God spreekt zichzelf nooit tegen. Alleen ontbreekt het ons aan inzicht. Als we een eerlijk antwoord willen hebben, moeten we altijd terugkeren naar de bron. Paulus citeert hier Maleachi 1:2-3 waar God inderdaad zegt dat Hij Jakob heeft liefgehad en Ezau heeft gehaat. In het Hebreeuws staat hier sane’ of in het Grieks mis’eo wat inderdaad haat betekend. Maar de Joden kennen een overdrijvend idioom, om een heel duidelijk punt te maken. Als je zegt dat je met je kop door het plafond vloog, bedoel je dat niet letterlijk, maar je accentueer door te overdrijven. Dan heeft ‘haten’ ook de betekenis op de tweede plaats gesteld of op een lagere rang gezet. Ik zal dit bewijzen met een tekst uit het 1e Verbond en een tekst uit het 2e Verbond: In Genesis 29:31Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar baarmoeder (SV). De meeste bijbelvertalingen, waaronder de HSV hebben dit al afgezwakt naar achtergesteld of minder geliefd. De Heere Jezus zegt in Lukas 14:26 Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan niet Mijn discipel zijn. Het woord ‘haat’ is dus een overdrijvende vorm, om de ernst duidelijk te maken. Wij kennen dat niet zo sterk in onze taal als in het Hebreeuws. In het Nederlands doen we dat eigenlijk alleen in spreekwoorden en gezegden. Jezus heeft nooit gezegd dat je zelfhaat moet ontwikkelen of je ouders haten, maar Hij zegt dat de Heere op de 1e plaats moet staan en daarna volgen gelijk de allerbelangrijkste mensen die Hij je heeft gegeven. Als er dan staat Jakob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat. Dan zegt God dat Hij Jakob op de 1e plaats heeft gezet en Ezau op de 2e plek. Even als in de sport, is de 2e plek geen slechte plaats, want je staat nog steeds op het podium, er is alleen iemand die hoger staat dan jij. Zo zien we ook dat Jakob’s en Ezau’s vader Izak door God op de 1e plaats wordt gezet. Ismael op de 2e plek en de en de andere 5 zonen van Abraham op de lagere rang. Ismael was gezegend en uit hem kwam het halve Midden-Oosten voort. In aantallen, omvang en macht werd hij meer dan Izak. Ezau wordt door God ook extra gezegend en tot een machtig volk gemaakt. God houd zijn belofte: In Abraham zullen de volken gezegend worden. Evenzo spreekt God ook een bijzondere zegen over Ismael en Izak uit. Zie daarom is het goed om vragen te hebben en vragen te stellen, want je zou niet de eerste christen zijn die de brui aan het geloof geeft vanwege dit hoofdstuk in de Bijbel.
Is er een goddelijke uitverkiezing?
Gevaarlijker is het als je geen vragen gaat stellen. Ik heb nooit vragen gesteld over het feit dat mij is geleerd dat Romeinen 9 handelt over de uitverkiezing van God. Romeinen 9 verteld dat er mensen zalig worden en mensen verloren gaan. De mensen die God heeft uitgekozen komen in de hemel en degene die niet uitgekozen zijn gaan naar de hel. Tja, natuurlijk heb ik wel gedacht: Hoe zit het dan met het feit dat God zegt dat wij ons moeten bekeren, dat we ons hart moeten geven, dat we moeten kiezen wie we dienen willen, enz? Daar had ik ook wel een antwoord op gevonden: God wist al wie voor Hem zou kiezen. Vanuit onze ogen maken wij een keus, maar in Gods ogen is de uitkomst al bekend. Uitverkiezing en bekering hoeven niet met elkaar in conflict te zijn. Opgelost! Helaas moet ik je dan uit die droom halen. Op basis van dit hoofdstuk de protestantse kerk in Nederland in tweeën gescheurd (en later in nog veel meer stukjes). Op basis van ontkenning van deze leer, zijn mensen op de brandstapel gezet door de kerk. Ik zeg niet dat er geen uitverkiezing is, maar die vind je niet in Romeinen 9. Paulus schrijft 3 hoofdstukken over de verhouding van heiden-christenen en de Joden. Hij legt uit dat de meerderheid van de Joden de Messias hebben verworpen en dat Gods zegeningen nu uitvloeien naar de heidenen. We zijn het er over eens dat je na een betoog eindig met een conclusie, die is gebaseerd op wat je daarvoor heb gezegd. Ken je de conclusie, dan weet je ook hoe je een betoog of rapport moet lezen of interpreteren. Paulus geeft die conclusie aan het einde van dit hoofdstuk: De Joden hebben de Messias gemist, omdat zij vasthielden aan het beginsel dat ze zichzelf rechtvaardigen voor God, door zich aan de wet te proberen te houden, wat hen niet lukt. Maar de zaligheid is uit het geloof: Een ieder die in Jezus de Messias geloofd zal zalig worden.
Wat is Gods raadsbesluit? & God tegenspreken
Is er dan geen uitverkiezing in Gods raadsbesluit? Ja, daar getuigen diverse teksten van. Heeft God dan ook al besloten wie er verloren gaat? Nee. Dat vind je echt helemaal nergens in de Schrift. Dat is een menselijke gevolgtrekking. Met die conclusie dicht je God iets toe wat nogal een heftige ongepaste beschuldiging is. God stelt iedereen in de gelegenheid zich te bekeren, door het reinigende bloed van Jezus Christus Zijn Zoon. Ja, doordat God alwetend is, weet Hij wie er behouden worden. Dat betekend niet dat God ezeltje-prik met de mensheid speelt. Hoewel God weet en verkiest wie behouden worden, verkiest God geen mens tot het verderf. Ja, wat meer is Hij wil dat alle mensen behouden worden en niemand verloren gaat. En onze Heere Jezus Christus betaalde voor de gehele mensheid. Waarom zou Hij dat doen, als Zijn Vader er al voor had gekozen om een deel van Zijn offer te negeren? Op dit punt botst het menselijk inzicht met het Goddelijke inzicht. En daarmee kom ik tot de kerntekst van deze dienst: Romeinen 9:20 Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Ik heb reeds aangetoond dat vragenstellen noodzaak is en dat geen vragenstellen de doodsteek van het geloof is. Maar we moeten heel goed uitkijken waar het onderscheid ligt tussen vragenstellen en God ter verantwoording roepen. Mijn kinderen mogen mij alles vragen. Ik ken geen taboe’s. Maar waag het niet dat ze op opstandige toon eisen dat ik een verklaring geef waarom de ene taak uit te voeren en de ander de andere taak. Dan gaat de vraag niet meer om kennis, maar omdat er conclusies worden getrokken dat ik mijn kinderen ongelijk behandel, iemand achterstel of treiter. Ik ben fel tegen respectvolle waarom-vragen te beantwoorden met stomweg: ‘Daarom’ of ‘omdat ik dat zeg’. Maar er is een dunne scheiding tussen disrespect verantwoording eisen en verlangen naar inzicht en wijsheid. Dit is een grens die wij naar God nooit mogen overschrijden. Dit is precies ook het punt wat Paulus hier maakt. Nu ga ik een voorbeeld gebruiken over vrouwen op een verjaardag. Voor de duidelijkheid heb ik nog nooit een van onze dames in ons midden hierop betrapt. Dus dames graag geen lange teentjes krijgen van dit voorbeeld alstublieft. Ik vind het namelijk amusant om op een verjaardag de koffieleut-dames te observeren. Ik hou zelf van mooi serviesgoed. Helaas ben ik er zelf niet rijk in gezegend, maar ik weet goed wat ik mooi vind. Maar het wil nog wel eens gebeuren dat er op een verjaardag koffie en gebak wordt geserveerd. Nu ben ik erg geïnteresseerd in de kwaliteit van koffie en ik ben dol op gebak. Maar de koffieleut-dames hebben een hele andere reden om hun kopje leeg te drinken en hun taartje op te eten. Want al snel valt de opmerking: ‘Meid wat heb jij toch een mooi servies zeg’. Als hun kopje thee of koffie op is, zetten ze die niet op tafel, maar draaien ze hem om en gaan ze naar de onderkant van het kopje en de schotel kijken. Bij het taartje herhaalt zich hetzelfde ritueel. En dan komt het: ‘Nou dat dacht ik al je heb echte Villeroy & Boch op tafel staan. Jij heb een dure smaak. Ik kan wel zien dat het je goed gaat.’ Nu heb ik er ook gebaksbordjes van. Vermoedelijk uit de kringloop, want dit is dat luxe merk dat geen kop en schotel als geheel verkoopt, maar je betaald eerst 40 euro voor je kopje en dan koop je je schoteltje erbij voor 22 euro en als je nog geld over heb kan je gebaksbordje erbij kopen voor 23 euro. Maar dan zal ik je ook vertellen wat ik nooit heb meegemaakt: Een van de koffieleut-dames gaat naar het toilet toe om te kijken of ze wel op de verjaardagskalender staat en of ze haar database kan uitbreiden. Als ze na een tijdje terugkomt zegt ze tegen de gastvrouw: ‘Meid, wat heb jij een prachtige wc-pot. Ik zag dat hij van Villeroy & Boch is.’ Of ‘Waar heb jij toch zo’n briljante wc-pot gekocht?’ Ik heb dat nog nooit meegemaakt. Allebei komen uit dezelfde kwaliteitsfabriek. Allebei zijn ze door echte vakmannen ontworpen en gemaakt. Toch prijzen ze het servies de hemel in en spreken niet over de pot waar ze hun grote boodschap hebben achtergelaten. Subjectief zijn we dan als mens of niet? We meten al snel met 2 maten. Maakt het ons boos dat God de een heeft voorbestemd om een lichtdrager in de wereld te zijn en de ander niet? Dat is wel het conflict dat in het hoofd van menig lezer ontstaat als ze dit lezen. Het is een conflict dat leefde onder de Romeinse christenen, die Paulus nog nooit had ontmoet, maar veel over had gehoord. De een vond dat het onacceptabel was dat God Israel als uitverkoren volk had verkozen. De ander vond dat de Joden geen haar beter waren dan zij als heiden-christenen. Een volgende zag hen als de moordenaars van Christus. Zij hadden de Messias verworpen, dus de Joden waren afgeschreven. Deze verschillende opvattingen leven ook heden onder christenen en worden met overtuiging in de kerk, op school en thuis geleerd. Ben jij het eens met de plek die jij in Gods plan inneem? Kan je het hebben als je bij God op de tweede plaats sta en niet op de eerste plaats? Kan jij het hebben dat jouw leven niet strookt met jouw wensen of ben je ten diepste boos dat God het verkeerde plan heeft bedacht? Nee, dat zeggen we natuurlijk zo niet. Maar als we nu heel eerlijk zijn: Denken we dat ook nooit? Misschien doe je het niet letterlijk, maar wel indirect.
Waarom-vragen stellen aan God
Mij is geleerd dat je God geen waarom-vraag mag stellen, maar alleen waartoe! Ook dat is vrome onzin. Tel alleen in de psalmen eens hoevaak er een waarom-vraag aan God wordt gesteld. Daar is niks mis mee. Ik ben altijd dol op Psalm 73 geweest, omdat ik dat de meest eerlijke psalm vind in de Bijbel. Asaf is sacherijnig op God, omdat het de goddeloze goed af gaat in de wereld en de vrome onrecht steeds moeten verduren en in armoede leven. Totdat Asaf bij wijs van spreken, Romeinen 9 leest: Wie ben jij om God tegen te spreken? Wie ben jij om God ter verantwoording te roepen? Als het ware staat hij op dat moment in het toilet op de wastafel te leunen en kijkt in de spiegel en zich wezenloos schrikt. In de spiegel ziet hij een opstandig gedrocht. Hij zegt: Toen werd ik een groot beest voor God! Maar als hij dat heeft ontdekt vlucht hij naar Gods huis om zijn berouw te tonen en God te ontmoeten. En dan laat God zien hoe het met hen afloopt. Asaf keert terug als een ander mens, dat tevreden is met wie hij is en wat zijn leven is. Want nu beseft hij dat het leven het voorportaal is van de toekomst is. Je kunt tevreden zijn met een klein leven met een grote toekomst of kiezen voor een royaal leven en een ellendige toekomst. Aangezien het leven slechts het voorportaal is, is de keus dan makkelijk gemaakt voor wie geloofd. Maar wie niet geloofd zegt: “Ik weet wat ik heb, ik weet niet wat er komt. Dus carpe dium”.
De WC-pot zal nooit zeggen tegen de vakman bij Villory & Boch: Wat heb je mij aangedaan? (Ik zou mij in elk geval beroerd schrikken als de toiletpot ging praten). Dit echt bestaande Japanse sprekende toilet is misschien een hilarische gedachte, maar de realiteit is niet veel anders. Wat hebben wij als maaksel in te brengen tegen onze Maker? Welke vragen komen er dan in je op: Waarom ben ik ziek? Waarom heb ik geen aantrekkelijk uiterlijk? Waarom kan ik niet vrij zijn in mijn keuze door mijn geaardheid? Waarom kan ik niet iedere man of vrouw kiezen waar ik mee zou willen samenleven? Waarom leef ik in armoede? Waarom heb ik te dealen met psychiatrische problemen? Vaak vult zich dit aan met: Ik probeer zo goed mogelijk te leven. Ik kijk om naar anderen. Ik handel onbaatzuchtig. En moet je kijken wat mijn leven is! Waarom heeft U mij zo gemaakt? Je spreek die gedachten misschien niet uit. Maar is het niet ten diepste de intentie van de waarom vraag? Mag die vragen dan niet stellen aan God? Jawel. We lezen veel van deze vragen, waar blijkbaar niks mis mee is. We lezen regelmatig in de psalmen: Waarom spannen de heidenvolken samen? Waarom smeden zij boze plannen? Als je vraag onderzoekend is, is dat ook niet erg. De priester Zacharia en Maria stelde aan Gabriel beide dezelfde vraag, maar met een andere intentie en een ander gevolg: Hoe zal zo gebeuren? Wederom praten we over een flinterdunne scheiding! Is je vraag onderzoekend of ben je opstandig. Vind je dat God je tekort doet? Vind je dat God het verkeerd heeft aangepakt? Had je het zelf beter gedaan als je God was? Dan overschrijd je die grens. God laat zich niet ter verantwoording roepen. Het probleem is niet dat je vragen hebt. Het probleem is dat je er niet mee kunt dealen en ten diepste vind dat je recht op verandering hebt. Denk maar niet dat ik kan begrijpen waarom ik zo veel pijn moet lijden, waarom er zoveel zorgen in mijn gezin zijn, waarom ik de touwtjes aan elkaar moet knopen. Die dingen kunnen mij opstandig maken. Maar ik ga me dan alleen ellendiger voelen en krijg ik de behoefte mij te verdoven. Ik wil dan niet meer voelen en ben jaloers op anderen. Op dat moment gaat het bijna iedereen beter af in het leven. Op dat moment rebelleer ik tegen God, maar het rare is dat ik dan niet omhoog kijk.
Gepaste houding
Exact hetzelfde gedrag dus als een kind dat weet dat hij een grote mond heeft en te ver gaat. Hij spreekt uit frustratie, maar slaat ondertussen zijn ogen neer. Het ontbreekt dan aan een paar essentiële zaken: Stil zijn, berusten, volgen, vertrouwen en geloof. Eigenlijk ontbreekt het dan aan slechts een ding: Samen met Maria mag je, met een hart vol vragen en zorgen, onderaan dat kruis staan en je ogen richten op de liefdevolle ogen van de Heiland. In die ogen ligt erbarmen, genade, liefde, begrip en geduld. Niet Hij heeft die wonden geslagen. Niet Hij heeft de blisters van je afgeslagen of je zelfs aan diggelen laten vallen. Hij is je Maker en heeft je goed gemaakt. Maar voor zowel het kopje en schotel als de wc-pot geldt dat Hij het goed heeft gemaakt van de beste kwaliteit.
Verkeerd gebruik van Gods zegen en raadsbesluit
Een Villeroy & Boch kan er niks aan doen schotels tussen de pannen in de afwasmachine zet. Dan is het niet hun fout als het beschadigd raakt. Zij kunnen er niks aan doen als jij de wc-pot zonodig met zoutzuur moet reinigen en de glazuur dat niet houdt. Zij kunnen er niks aan doen als in frustratie met een honkbalknuppel tegen de pot heb geslagen. Zij kunnen er niks aan doen als je niet oplet en het kopje van tafel gooit. Alle ellende die ons in dit leven treft, overkomt ons door verkeerd gebruik. Door onszelf of door anderen. Maar dat is niet de schuld van de Maker. De Maker heeft je goed gemaakt. Het enig onderscheid dat Hij maakt is tot welk doeleinde Hij jou heeft gemaakt. Onze Maker heeft ons gemaakt om met respect te gebruiken. We kunnen als onze aardse koning op Koningsdag met wc-potten gaan gooien. Maar daar zijn ze niet voor gemaakt. We kunnen na Griekse traditie op onze trouwdag met ons servies gaan smijten, maar daar geeft de fabrikant ook geen garantie op. Als wij ons leven op een verkeerde manier gebruiken of verkeerd worden gebruikt, moeten we geen grote mond gaan hebben tegen onze Maker. Onze Pottenbakker heeft echter wel grote liefde voor zijn maaksel. Als wij met onze scherven komen, dan wil Hij ze lijmen. Er zullen altijd breuklijnen blijven. Hij heeft je met liefde gemaakt en wil je ook in liefde herstellen. Maar je kan niet het leven leven, waartoe je niet bent bestemd. Een kopje is ongeschikt als toilet, ook al meen je dat het er op lijkt. Maar eveneens is het toilet ongeschikt om uit te drinken, ook al bevat het water.
Een verkeerde houding
Toen ik 20 was zat ik zondagsmiddags in consistorie van de kerk en was er catechisatieles. Ik zat daar met een hoofd vol vragen en ik voelde mij boos. Ik had verondersteld als ik er nu voor koos om mijn geloof te belijden, dat God mij geestelijk wel op de rit zou zetten. Maar het verwachte effect kwam niet. De predikant zei wat mij hierin trickerde. Ik voelde mij een kneus. Geen wereldbaan. Ik was zo lelijk als ik maar zijn kon. Ik kon niet met de groep meekomen en was een onbegrepen Remie. Als bonus maakt God mij niet gelukkig, ondanks mijn inspanningen. Ik hoorde niks van die hele les. Totdat de predikant voorlas in de oude vertalingg: ‘Wie zijt gij o mens, dat gij God antwoorden zal?’ Dat stond ook echt in mijn boekje. Maar het was of dit rechtstreeks aan mij was gericht en hij dit met een megafoon rechtstreeks in mijn hart sprak. Die ene zin, hoorde ik glashelder. In een klap was ik down-to-earth. Ik was ontevreden met mijn uiterlijk en functie. Ik vroeg God niet om verandering. Ik eiste van God verandering of verweet God dat Hij mij niet gelijk had gemaakt op de manier die mij aanstond. De moeilijkste les in dit leven is: Je zegeningen tellen, een voor een en onze Maker volgen in ons wezen. Begin met je zegeningen te tellen en je zult merken dat je al een stuk meer tevreden bent met je bestaan. Ja, je gaat zelfs zien dat jij gebreken in jezelf heb gezien die je God over lastig val en die achteraf functie blijken te hebben en jezelf en anderen tot nut zijn. We beoordelen Gods werk vaak verkeerd. De koffieleut-dames roemen dan wel het kopje. Maar je kunt prima leven als dat kopje sneuvelt. Maar als je straks naar de wc gaat en je wc-pot in gruzelementen ligt, heb jij een accuut probleem. Dan pas besef je dat die wc-pot die niet het gesprek waard was, van veel groter belang is. Daarom moeten we leren vertrouwen op onze Maker. Mensen die chronisch ziek zijn, hebben de neiging hun leven tot stilstand te laten komen en maar blijven bidden (of juist niet) om herstel. Dat bidden is prima. Vooral blijven doen. Maar als jij een wc-pot bent en geloofd dat je pas tot bloei komt als je een koffiekopje bent, dan loop je het gevaar dat je jezelf buiten gebruik zet. Je hang een bordje aan je hart: Defect! Het gevolg is dat bijna niemand je deur meer open doet. Bijna niemand zal gebruik maken van je kwaliteiten die God je heeft gegeven. Het betekend niet dat je in alle omstandigheden maar stil moet zijn. Er is echter een verschil tussen berusten in het heden en geloven voor de toekomst en een fatalistische houding aannemen, met de vrome woorden: Ik berust in Gods wil. Je bent defect als je onbruikbaar bent. Ik heb echter nog nooit een onbruikbaar mens ontmoet. Ik heb aan zoveel sterfbedden gestaan en nog nooit een onnut mens ontmoet. Ik heb wel moedeloze mensen ontmoet, die zichzelf buiten gebruik stelde.
Spreek Gods liefde uit over je leven
Als je kritiek heb op jezelf en je leven, herhaal dan deze woorden: Romeinen 9:20-21 Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken?
Deze licht humoristische vermanende woorden, kunnen het beste in je naar boven halen. Zou het niet strijden met Gods liefde als Hij koos voor jouw ellende? Strookt dat met de liefdevolle God waar we vorige week Jesaja van hebben horen getuigen? Nee toch! Maak van God geen monster met je gedachten of woorden. Het enige wat je er mee bereikt is dat je een vloek over je leven uitspreek. Alleen de gefrustreerde woorden: ‘Dat rot-been van me!’ is een ban op je eigen leven en je spreek een vloek over je been uit. Kijk eens eerlijk in de spiegel en ga terug in je herinneringen. In hoeveel opzichten ondervind je lijden, waar ondoordacht in het verleden met gedachten of woorden jezelf hebt belast? Als dat het geval is, wil ik dat je naar me toekomt en dat vertel. Dit zijn zaken waar je een ander een bevrijdend gebed over uit moet laten spreken. God maakt vrij! Zonder hedonistische christelijke psychologie te prediken, wil ik je aansporen om in de spiegel te durven zeggen: Ik ben een mooi kind van God. Als je God nog niet echt ken, niet Zijn stem herken, dan leef je niet onder Zijn zegen. Dan brengen we je als vrienden aan Jezus’ voeten. Ik hoop dat dit hoofdstuk je dan aanspoort en niet ontmoedigd, want het verkeerd gebruik van dit woord, beschadigd je ziel en Christus wil je volkomen heling bieden van je lichaam, geest en ziel.
Amen