Vandaag hebben we stilgestaan bij de het hele kleine onbekende Bijbelboekje Judas. We hebben slechts enkele opmerkelijke aspecten kunnen behandelen. Niet alleen is het opmerkelijk boekje vanwege zijn geschiedenis en achtergrond, maar ook vanwege de scherpe lijnen om ons te wapenen tegen misleiding en (schijnbaar onschuldige) bandeloosheid. Lees de preekschets terug.
Onderstaande tekst is de preekschets van deze preek. Deze zal in detail afwijken van de gehouden dienst, daar de preken niet worden voorgelezen, maar vrij worden gesproken.
Gedurende dienst zijn de volgende liederen gezongen:
Lieve broeders en zusters in de Heere,
Ik heb jullie vorige week zondag een uitdaging meegegeven: Lees het korte briefje van Judas, achterin je Bijbel eens door. Ik hoop dat jullie het allemaal hebben gedaan. Wat vonden jullie van deze brief? Opgevallen dat hij nogal afwijkt?
Wie is de schrijver?
Meestal als je een brief gaat lezen, kijk je eerst van wie je deze hebt gekregen. Soms maakt een logo dat al duidelijk, maar anders in elk geval de ondertekening. Als ik aan een vreemde of iemand die ik maar een keertje heb gezien schrijf, vertel je aan het begin even wie je bent. En waarschijnlijk heb je gelezen dat deze brief afkomstig is van Judas een dienstknecht van Jezus Christus en de broer van Jakobus. Andere vertalingen zeggen broer van Jezus en Jakobus. Zoals zo vaak ga ik even terug naar het Grieks en dan lezen we vertaald: Judas slaaf Jezus Christus en gelijke Jakobus.
Je weet ongetwijfeld dat onze Bijbelse namen wat afwijken van de Engelse Bijbelse namen. Dat heeft er mee te maken dat de Bijbel in de kerk eerst in het Latijn was en de namen ook Latijns werden gemaakt. Omdat beter te laten klinken werden de letters US of als dat niet klonk S erachter geplakt. Dat noemen we latijnisering van namen. Laten we dat er eens afhalen, dan blijft er over: Juda een dienstknecht van Jezu en broer van Jakob. Haal ik weg de woorden die er oorspronkelijk niet staan en vertaal ik letterlijk de tekst uit het Grieks, dan staat er: Juda slaaf Jezu Christ en gelijke Jakob. Dat zou kunnen zijn Judas een dienstknecht van Jezus Christus en broeder van Jakobus. Wat betekend Jood? Judeeër. Nakomeling van Juda. Wat was de andere naam van Jakob die God hem gaf: Israël. Dat betekent dat hier net zo goed kan staan: Een Jood, volgeling van Jezus Christus, uit de stammen van Israël. Dat maakt alle stellige beweringen over wie deze Judas was, niet zo erg stellig meer. Ik kan hele overtuigende verhalen gaan houden wie deze schrijver was. Maar uiteindelijk blijven dit speculaties. Ik weet slechts een ding zeker, dat hij een Jood was en een christen was. Over deze onzekerheid wordt niet veel gesproken. Bijbelverklaringen (en ik net zo goed) zijn graag stellig over hoe je het moet lezen.
Betrouwbaarheid
Maar mijn aandacht werd getrokken toen ik eens in een oude Duitse Luther-bijbel uit de 17e eeuw zat te lezen en in de kantlijn een handje zag afgebeeld. Ik werd nieuwsgierig wat hier nu aan de hand was. En na enige tijd onderzoek kwam ik erachter dat de bijbel die Luther had vertaald aanzienlijk dunner was als onze huidige bijbel. Luther had namelijk de boeken Hebreeën tot Openbaringen uit de Bijbel verwijderd. En na veel kritiek heeft hij al vrij snel deze alsnog eraan toegevoegd, maar nu achteraan in de rij. Dit is dan ook de reden dat deze tot heden als laatste boeken erin staan. Luther was van mening dat deze boeken onbetrouwbaar waren. De Openbaringen waren te mystiek en de apostolische brieven en de Hebreeën brief waren niet met zekerheid te zeggen wie de schrijvers waren. Luther meende dat dit pseudografische boeken waren. Nu komen er ook veel pseudografische boeken voor. Dat zijn boeken die onder een andere naam zijn geschreven als die van de schrijver. Dit gebeurde voornamelijk in de tijd van de Babylonische tijd tot aan de 18e eeuw. In eerste instantie gebeurde dit vanwege vervolgingen. Onder de Joden was er intern vervolging waarin geen andere boeken gelezen mochten worden dan van de erkende profeten. Dus wat deed men als men toch een geschrift onder de aandacht van het volk wilde brengen, zonder dat iemand daarvoor gevangen werd genomen of gedood, dan schreef men dit onder de naam van een goedgekeurde profeet. Vandaag zullen we ook in aanraking komen met zo’n pseudografisch boek. Het boek Henoch. Dat is niet geschreven door Henoch, maar door 3 verschillende personen in 3 totaal verschillende tijden. Ik deel Luthers opvatting dan ook niet dat deze boeken onbetrouwbaar zijn. Het kunnen nog steeds de woorden van God zijn. En dan nog treffen we genoeg boeken aan die door andere zijn geschreven in de Bijbel. Het boek Jozua is ook niet afkomstig van Jozua zelf. Samuel heeft niet het tweede boek van Samuel kunnen schrijven, daar hij reeds overleden was. Mozes heeft niet het gehele boek Deuteronomium kunnen schrijven. En zo zijn er vele voorbeelden te noemen. In elk geval zorgde Luthers zorg er voor dat ik kritisch onderzoek ging doen naar de schrijver van dit briefje. En moet tot de conclusie komen dat we gewoon nooit zullen weten wie de daadwerkelijke schrijver van dit boek zal zijn. Want het woordje broeder komt niet in elke handschrift voor. En waar het wel in voorkomt heeft het de betekenis van zowel broer als iemand van gelijke opvatting of een geestverwante. Even als ik jullie ook mijn broeders en zusters noem. Jullie zijn niet mijn biologische broers en zussen, maar wel in het geloof in onze Heere Jezus Christus. En in zoverre je van zonden afgewassen weet te zijn, zijn wij door het bloed van de Heere Jezus Christus broeders en zusters, daar je dan bent aangenomen tot Gods kind door God onze Vader en – o, hoe heerlijk en wonderlijk om te mogen zeggen – Christus is onze oudste Broer!
Maar Luther had een tweede punt van twijfel. Een twijfel punt wat tot heden vele met hem delen. Zij beschuldigen ‘Judas’ van plagiaat. Het overschrijven van andermans teksten. En dat is begrijpelijk. Want lees straks eens 2 Petrus 2 of nog beter de brieven van Petrus. Nee, niet denken o dat is veel te veel werk. Je kunt in 20 minuten op je gemak beide brieven van Petrus aandachtig hebben gelezen. De krant lezen kost meer werk. En inderdaad de Judas-brief en 2 Petrus 2 komen erg met elkaar overeen en ook uit de rest van Petrus tref je overal zinsnedes die overeenkomen aan. Maakt dit het tot plagiaat? Nee. Wat vele niet realiseren is dat Petrus een profeet is en niet alleen een apostel. En dan moeten we gaan kijken naar de datering. Beide brieven zijn rond het jaar 65 geschreven. Uit de eerste brief weten we dat Petrus een openbaring van God heeft gehad dat hij spoedig ter dood zou worden gebracht door keizer Nero. Terwijl de brief van Judas tussen het jaar 70 en 100 is geschreven. Waarom zien we dus zulke sterke overeenkomsten, maar afwijking is de tijdsvorm? Omdat waar Petrus voor waarschuwt, vanuit profetisch perspectief, nu een feit is geworden of zich aan het ontvouwen is. In plaats van dat we het boekje Judas als onbetrouwbaar gaan beschouwen, wordt hier bevestigd de woorden van Petrus, welke we vorige week zondag hebben overdacht: Wij hebben het profetisch woord dat zeer vast is! En ja, de onbekende schrijver van de Judas-brief heeft goed kennisgenomen van Petrus woorden. Mogelijk viel hij onder de geadresseerde van deze brief. We weten zeker dat hij een tot het christendom bekeerde Jood was en hiermee dus vrijwel zeker dat hij ook behoorde tot de Joden die op de vlucht waren geslagen omdat ze werden vervolgd. De pech is dat we nog maar sinds kort weten wat de daadwerkelijke datering is. Luther dacht dus ook dat deze uit de 3e of 4e eeuw stamde.
Opmerkelijke teksten
Maar Luther had een vierde reden om twijfel te hebben over deze brief. Dit boekje bevat enkele opmerkelijke teksten. Deze teksten verwijzen naar boeken die niet in de Bijbel staan. Misschien heb je er overheen gelezen of misschien zijn er vragen bij je gerezen waar Judas het nu over heeft. Judas heeft het over Henoch. Nu vind je in de bijbel heel weinig over Henoch, dan zijn leeftijd en de opmerking: En Henoch wandelde met God en hij was niet meer, want God nam hem weg. Okay, tot zover niks mis mee toch. Als je bijbelstudie gaat doen, moet je heel kritisch worden als je aan het lezen bent. Ik zie staan dat Henoch de 7e van Adam was. Mooi getal he? Ja, zeer Joods. Maar heb jij ook gecheckt of hij de de 7e van Adam was? Zo niet, dan moet je dat toch eens gaan doen, want hij is helemaal niet de 7e van Adam, maar de 6e! Vers 14 en 15 hebben prachtige tekst referenties in sommige bijbels gekregen. Maar zoek deze teksten op, nergens wordt er over Henoch gesproken en nergens kom je goed overeenkomende zinnen tegen. Wat ik wel vond, was het pseudografische apocriefe boek Henoch. Ik tref hier ten eerste dezelfde ‘fout’ aan dat hij de 7e van Adam was. Deze vermelding heb ik geen enkel ander oud geschrift teruggevonden. Iets wat onder Joden niet ongebruikelijk is om met cijfers te schuiven totdat het heilige getallen vormt. Ten tweede lees ik in het eerste boek van Henoch in hoofdstuk 1:9 de exacte tekst van vers 14 en 15. Ik hoef het niet bijeen te sprokkelen op discutabele wijze uit tig Bijbelteksten, maar vind gewoon de letterlijke bron van deze tekst. Om jullie te overtuigen zal ik het voorlezen: En zie! De Heere is gekomen met zijn tienduizenden heilige engelen, om aan allen het oordeel te voltrekken, en om alle goddelozen te vernietigen; om alle vlees schuldig te verklaren betreffende al hun goddeloze daden die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en betreffende alle aanstootgevende dingen die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. En vers 16 is een samenvoeging van diverse zinnen uit hetzelfde boek. Een korte samenvatting dus. Dat werpt bij mij de vraag op: Hoort het 1e boek van Henoch dus niet thuis in Gods Woord? De meeste theologen menen van niet. Ik heb eerlijk gezegd mijn twijfels. Maar in elk geval bevat de huidige Bijbel meer dan genoeg inhoud tot leven. Maar Luther was niet de eerste met twijfel. In eerste instantie was het ook niet de bedoeling dat deze brief in de canon werd opgenomen, bleek toen ik een deel van de notulen las van de synode waarin de canon van de Bijbel is vastgesteld. Bijbelboeken werden na zorgvuldig afwegen en inventarisatie bij de christelijke gemeenten of eruit werd gelezen toegevoegd aan de canon. Maar Judas was discutabel. Eusebius notuleert vrij vertaald ongeveer dit: “Daar gebleken is dat enkele broeders en zusters, troost uit deze woorden hebben ontvangen, hebben we deze brief dan maar toegelaten tot de canon der Schrift.”
Opnieuw refereert Judas aan het boek Henoch als hij het heeft over dwaalsterren in vers 13. Hij refereert aan de vertelling dat de gevallen engelen van God (dus demonen) zijn gebonden en aan het firmament zijn geplaatst tot een waarschuwend teken. Zij verplaatsen zich als verwarrende elementen aan de hemel, maar zijn desondanks niet in staat hun toegewezen plaats te verlaten tot de dag dat de hemel en aarde zal worden nieuwgemaakt. Vers 13 grijpt namelijk terug op vers 6 waar staat dat de engelen hun oorspronkelijke staat hebben verlaten. In Genesis 6 lezen we dit in een enkel vers. In het boek Henoch lezen we welke engelen er vielen en hoe dit in zijn werk is gegaan. Genesis 6 is door de kerk van alle eeuwen uitgelegd dat de zonen van Seth zich vermengde met de zonen van Kain. Natuurlijk is dat de makkelijkste uitleg om de zonen van God, de kinderen van Seth te noemen. Maar ten eerste kwamen alle mensen uit Gods hand als Schepper voort en niet alleen de kinderen van Seth (de ‘vervangende’ zoon van Adam, nadat zijn broer Abel was vermoord door Kain). Maar als we lezen wat er letterlijk in Genesis 6:2 staat, dan lezen we: Elohims zonen zagen aan de dochters van Adam, omdat zij lustig aangenaam waren. En zij veroverde/huwde vrouwen uit allen die zij verkozen.
Het voelt wel heel mythisch als opeens blijkt dat engelen lustgevoelens krijgen voor vrouwen op aarde en zich hieraan vergrijpen, met als gevolg dat er reuzen komen (de Joodse geschriften leert Nephilims. Half mens, half demoon). Genesis 4:6 staat letterlijk: In die tijd gebeurde het dat er nephilims op de aarde waren, ook dus daarna, toen Elohims zonen tot de dochters van Adam ingegaan waren (geslachtsgemeenschap), die van de oudheid af beroemdheden waren. Maar dat verklaart wel waarom deze mensen onnatuurlijk groot werden, wreed waren en plotseling beschikte over kennis die op aarde tot dat moment niet werd gevonden. Zowel de kerk als de wetenschap heeft het bestaan van nephilims bestreden. We vinden dit in de Bijbel terugvertaald als reuzen. Er is veel onzin hierover te vinden op het internet. Maar er is ook echt archeologisch bewijs gevonden. Er kwam kennis en technologie, zonder dat er een duidelijke behoefte of ontdekking aan vooraf gaat. Kennis waarvan we zeggen dat daar niks mis mee is, als we het maar voor het goede gebruiken. Maar daar ligt ook de kracht van de misleiding van de zonden. Neem nu de TV als voorbeeld. Een apparaat waar helemaal niks mis mee is. Je kunt er preken op kijken, natuurfilms, het nieuws, geweldige films, series en programma’s. Maar vorige week werd gevierd dat South Park al 25 jaar de spot met elke religie, ras, sekse, geaardheid en persoon kan drijven, zonder dat iemand zich hoeft te verantwoorden en zonder dat ze disclaimers wensen te plaatsen. Sterker nog men is verontwaardig dat er door de Nederlandse tv-zender af en toe in is geknipt. Er heerst een jubelstemming dat alles kan en mag en dat het maar satire is. Het gezond is om over de rug van andere te lachen en te vernederen, ten koste van vermaak. Je kan zelf toch bepalen wat je kijkt. Ja, daar ben ik het mee eens. Maar met datzelfde argument kan je elke content uitzenden. Er is niks op aarde dat zo weerzinwekkend en zondig is of er zijn mensen die er vermaak in scheppen. Uiteindelijk komt elke verleiding binnen met: “daar is toch niks mis mee?”, om daarna te zeggen: “Ik kan zelf toch wel een verantwoorde keuze maken?”. Om te eindigen in: “Ik hoef toch niet te verantwoorden wat ik doe of laat?”. Dat is de weg van de slang: Hij begint daar precies elke zonde mee: “Is het niet zo dat…”. Ja daar mee is de zonde in de wereld gekomen met de vraag: “Is het niet zo dat God heeft gezegd: U mag van alle bomen niet eten in deze hof?” Natuurlijk, zorgt hij dat jij eerst met hem in discussie gaat. Eva zei ook: “Nee, God heeft alleen maar gezegd dat wij van 1 boom niet mogen eten” Die sluwe slang begreep heel goed, dat Eva zou voelen dat zij het even goed wist. Het psychologische spelletje was begonnen. Met het satanische “Ja, maar…” en met overdrijving, ontstaat de twijfel over de waarheid. En dan kan je standvastig zijn, maar de twijfel is als een parasiet die zijn weg naar binnen vreet, het systeem verzwakt, daarna je keuzes gaat beïnvloeden en langzaam onopvallend je grenzen verschuift. En ‘waar-niks-mis-mee-is’ is je valkuil geworden. Met dat ik dit overdacht, realiseerde ik mij: Satan nodigt je niet uit om in de hel te komen, maar op het randje van de Waarheid te leven. Met muziekinstrumenten maken was niks mis mee. Nee, maar het was hemelse kennis en hiermee mogen wij God loven, maar muziek heeft hier op aarde meer Gods Naam gelasterd en mensen het duister ingetrokken dan dat het God heeft verheerlijkt. Met smeden kan je nuttige landbouwgereedschappen maken. Met wapens kan je het goede verdedigen, maar het heeft meer kwaad gedaan dan goed.
Losbandigheid
Het sleutelwoord in deze brief is LOSBANDIGHEID. Het woord dat je heel letterlijk kunt nemen los-van-banden of los-van-alle-banden. We willen geen slaaf van God zijn. Weet je wat engelen zijn? Bijna willoze gehoorzamende gedienstige geesten. Dat ze nog enige zelfkeuze hebben blijkt wel dat er ook zijn gevallen. En het is niet bij deze ene val in het paradijs gebleven, maar keer op keer leert de Joodse religie vallen er nog steeds engelen. Bij elke grote kentering in de geschiedenis vallen er weer engelen en neemt de opstand tegen God toe. Worden wij dan slaafs als wij God volgen? Ja, van buitenaf gezien wel. Maar ik wil je eens van binnenuit laten kijken. De buitenkant laat Satan je wel zien. De binnenkant is aan God en houd hij graag verborgen. En wat ik nu zeg, zeg ik tot mijn spijt in velerlei opzichten uit eigen ervaring. Als jij hoort je mag niet liegen. Dan komt de eerste vraag al: Wat is liegen? Waarom stel je die vraag? Omdat je wil weten waar de grenzen zijn. Waarom wil je weten waar de grenzen zijn? Omdat je wilt weten hoe ver je kan gaan. Mag een leugentje om eigen bestwil? Gods antwoord is: Nee. Maar als Gods antwoord ‘nee’ is gaan wij de Bijbel erbij pakken: “Ja maar, (daar heb je die twee woordjes alweer) Rachab verborg de verspieders en stuurde de soldaten weg met de leugen dat ze er niet waren en met het smoesje dat de andere kant op waren gevlucht. En zij werd erom gezegend.” Dit zijn vrome discussies die we bewust en onbewust inzetten om onze grenzen op te rekken. En dat mag soms best om de kaders scherp te krijgen. Maar het is een onbedoelde satanische tactiek. We houden er namelijk niet van om te horen ‘doe dit en doe dat niet’. Dan wordt het al snel: ‘Ik laat mij toch niet de les lezen door hem’. ‘Wie denkt hij dat hij is, moet je zien dat hij dit en dat…’. ‘Ja, als ze voor mij gaan bepalen wat ik mag doen en laten, dan ben ik er heel snel klaar mee’. Het is net als een ballon. Je kunt hem opblazen met 1 ademteug. Maar je wilt een grotere ballon net als je buurman, of in ieder geval niet zo kneuzig bekrompen klein als nu het geval is. En weer blaas je er een ademteug in. Je bent blij met het resultaat, maar al snel verlang je naar wat meer uitdaging, wat meer actie, wat meer power, wat meer flair, wat meer humor, wat minder serieus, wat minder hoogdravend niveau enz. en weer blaas je er een ademteug bij. En nog steeds is er niks mis met een ballon. Er is pas wat mis mee als hij klapt. Ten slotte blijft er een uitgerekt vodje elastiek over, wat nergens meer nut voor heeft, dan weggeworpen te worden. Je blijft achter met een teleurstelling, schrik in je lijf en misschien wel een 3 jankende kinderen om je heen, waar je tureluurs van wordt. Ik wil je deze week uitdagen: Noteer eens hoe vaak jij hebt gedacht: ‘Er is toch niks mis mee’ en hoe vaak je denkt of zegt: ‘Ja, maar’. En ik daag je uit om eens bewust ervoor te kiezen op dat moment je gedachten, woorden of handelingen na te laten. Dan hoor ik graag volgende week van jullie, wie zijn leven drastisch is veranderd in een saaie wereld en bij wie het tot positieve verbetering heeft geleid.
Het is van alle tijden dat we de banden van ons af willen schudden. De geest van ‘Geen God en geen Koning’ is heden ten dage springlevend in de politiek, in de kerk en in de maatschappij. Het veel gehoorde advies is: ‘Je moet doen wat goed voelt’. En banden voelen niet goed. En toch klopt dit advies ergens wel. Want ik heb je uitgedaagd om eerst dat gevoel te parkeren om daarna te gaan voelen of dat goed voelt. Maar daar zit de stap van het geweten en rationeel kiezen tussen. Een ander veel gehoord advies is: ‘Je moet doen wat goed voor jou is’. Amen! Dat wil God ook. Maar er wordt in de ggz en lifestyle-coaching mee bedoeld: ‘denk eerst goed aan jezelf en dan pas aan een ander’. En toch zijn deze goedbedoelde boeddhistische slogans een gif voor onze ziel. Want het zijn gedachten waar ‘toch niks mis mee is?’. Het zijn gedachten die egoïsme kweken en egoïsme roept bandeloosheid op.
Voortdurende val en oordelen
Reeds eerder merkte ik op dat het niet bij de zondeval is gebleven, maar dat er nog steeds engelen vallen volgens de Joodse leer. En Judas onderschrijft dit als de val der engelen heeft beschreven in vers 6 en in vers 7 begint over Sodom en Gomorra welke volgens dezelfde Joodse leer 1 van de grote vallen van engelen is geweest. Als er staat dat de mensen hoererij hebben bedreven en ander vlees achterna zijn gegaan, zien we in de oorspronkelijke taal dat het om andersoortig vlees gaat. Ze gingen de lust van het losbandige vlees achterna, om zich te vergrijpen aan engelen. En Gods engelen zijn in ons midden even als dat de demonen ook in ons midden verblijven in gedaante van mensen. Deze vermenging, vergrijpen en lustgedreven egoïsme luidt keer op keer een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis in, totdat de maatbeker van Gods toorn vol is geworden en dat punt nadert met rasse schreden in dit universum. Maar een dringender vraag: Waar staat de stand van jouw beker? Ga jezelf de spiegel eens voorhouden. Kijken en wijzen naar ‘de wereld’ is makkelijk, daar je jezelf buiten schot kan houden. Ik neem aan dat je dat onbewust doe, hoor! Maar Judas waarschuwt ons opnieuw op grond van niet in de bijbel opgenomen boeken van Mozes en hoogst waarschijnlijk een en hetzelfde geschrift: Het testament van Mozes en de Hemelvaart van Mozes of Den ten hemel opneming van Mozes. In deze half ‘verloren’ geschriften lezen we hoe, nadat het lichaam van Mozes was verborgen, hij alsnog levend ten hemel is opgevaren. Dit onderstreept ook het verhaal van de verheerlijking op de berg, als Elia en Mozes samen met de Heere blinken verschijnen en met elkaar spreken. Elia weten we dat hij ten hemel is gevaren. Het was dus logischer geweest als Henoch hier had gestaan, die ook de dood niet heeft gezien. Maar dit verklaart waarom Mozes verschijnt. Maar waar het omgaat is dat Satan de hemelzaal binnenkomt en het lichaam van Mozes opeist, omdat hij een moordenaar is. En moordenaars hebben geen plaats in Gods Koninkrijk naar Gods Woord. Met deze nuance: Zonder tussenkomst van de Middelaar. Satan lijkt wederom het recht in handen te hebben, door zich te beroepen op een deel van de waarheid. De aartsengel Michael wordt woest dat hij dit lef heeft en zou hem het liefst de hemel uit hebben getrapt en gedood. Maar de machtigste engel van Gods Legioenen moet zijn plaats kennen en zich onthouden van het oordeel en dit aan God overlaten. Houd hij daarmee ook zijn mond: Nee, hij zegt wel: De HEERE zal u straffen! Ook nu ontstaat snel het gevoel: Ik heb geen recht van spreken, want ik ben ook een zondaar. Je hebt wel het recht van spreken, maar niet van oordelen. Je hebt zelfs de plicht van spreken tegen eenieder die zondigt. Wat van kind ben je, als je het normaal gaat vinden dat je Vader wordt gelasterd, dat men Zijn wetten blijft overtreden bij hele bosjes. Dat je dit normaal vindt is pas triest. En toch we kunnen vroom een ander veroordelen en we kunnen heel vroom onze mond houden. Maar beide is bandeloosheid van deze tijd en schrijft ons eigen oordeel.
Slot
Ik zou jullie uren kunnen onderwijzen uit dit briefje, maar de tijd is op en het Woord heeft nog duizenden en tienduizenden lessen te bieden. Pak de uitdagingen van deze week op. En zoek Gods aangezicht door te leven in de banden van het leven. Want bandeloos leven is aan het lijntje meelopen het eeuwige vuur in. Waar je banden hebt afgeschud, keer terug tot Christus en neem het juk op en draag deze vrolijk. Want Zijn juk is zacht en Zijn last is licht. Amen