Vandaag stonden we stil bij thema wat iedereen mee te maken heeft, maar waar (bijna) nooit over wordt gesproken. De schaamte rond lijden. Het mooie is dat God geen thema onbesproken laat in de Heilige Schrift. We bespreken dit aan de hand van 1 Petrus 4. Daar lezen we dat christenen juist als eerste Gods oordeel van lijden toebedeeld krijgen. Geen aanlokkelijk idee, of niet? Ontdek hoe dit in elkaar zit.
De PowerPoint van deze dienst is beperkt en bevat alleen de orde van dienst en mededelingen. Door prive-omstandigheden hebben we een ondersteunende presentatie achterwegen moeten laten. U kunt deze dienst terugkijken of luisteren via deze link. De inhoud kan wat afwijken van de geschreven tekst daar dit een preekschets is een preek niet wordt voorgelezen, maar geleid door de Heilige Geest wordt gehouden. De opname van preken hebben een beperkte houdbaarheidsdatum, gelange dat er ruimte is op de cloud.
Inleiding
Het is een natuurlijke reactie om bij lijden je te schamen. Natuurlijk zeggen we tegen elkaar: ‘er niks waar je voor hoeft te schamen’. Toch is dit juist wat we wel doen. Of eigenlijk zien we 3 soorten reactie:
- Er is een groep die altijd graag tot in de details verteld wat ze mankeren, hoe zwaar het leven is, hoeveel ze verstouwen hebben en hoe goed zij er mee weten te dealen en hoe moedig ze zijn.
- Er is een tweede groep die overkomt alles. Gaat in een stoel zitten en betreurd het leven en maakt zijn wereld zo klein mogelijk. Net als de eerste groep, heeft men zelfmedelijden, met dit verschil dat zij niet een ander actief deelgenoot maken, maar anderen afstoten of negeren.
- Dan is er een derde groep en die is grootste: Zij ondervinden wel het lijden, maar houden dit binnen hun 4 muren. We zeggen dan: Je moet je vuile was niet buiten hangen.
Deze laatste groep zit opgesloten in onze Hollandse-genen. Zelfs binnen de eerste twee groepen zijn er die ook tot de laatste groep behoren. Zij spreken wel over hun lijden, maar niet waar zij ten diepste onder lijden. Hun klagen is niet meer dan een manier van aandacht vragen om je niet te hoeven te focussen op wat je daadwerkelijk belast. De Afrikaanse cultuur kent hier een grotere openheid in, terwijl de Aziatische en Oosterse cultuur het lijden overlaad met schaamte, voor zichzelf en hun familie. Terwijl sommig lijden juist wordt uitvergroot of breed wordt gedeeld. Dus als Petrus hier over schrijft dan moeten we dat ook plaatsen in een cultuur waar dit gevoel van schaamte ook leeft en zelfs een levensstandaard is. We zijn bij de Geopende Deur gezegend met een multi-cultureel gezelschap, dus ik vermoed dat ieder uit zijn eigen ervaring hierover mee kan praten. In een alledaags voorbeeld zie je dit al snel: Toen ik nog als kwaliteitszorgmanager werkte, maakte ik lange stressvolle dagen. Dus waren er twee dingen voor mij erg belangrijk regelmatig een bak koffie en een sigaret. Gelukkig ben ik van die laatste af. Het koffieapparaat en het rokershok waren de sociale pleisterplaatsen van de school. En wat vraag je dan aan elkaar? Hoe gaat het met je? En dan geven we allemaal hetzelfde antwoord: ‘Goed’ en om het niet over jezelf te hebben vraag je gelijk: ‘en met jou?’ Ik merkte dat dit gesprek eigenlijk maar een uitkomst mocht hebben. Het antwoord: Goed. Ik werd steeds zieker en was het beu om altijd maar het stompzinnige antwoord ‘goed’ te geven, ook al zag iedereen dat het niet goed ging. Sindsdien zeg ik ook nog zelden ‘goed’, maar geef eerlijk antwoord. Toen veranderde er iets. Als ik zei ‘goed’ dan liepen collega’s mee om ook een bakkie te drinken of te roken. Maar toen ik dat niet langer zei, begonnen heel veel collega’s naar de punt van hun schoenen te kijken of zeiden: ‘Sorry, ik moet nog even met die en die wat bespreken’. Slechts een enkeling was echt geïnteresseerd. Zo groot is de schaamte om het lijden, dat we er niet over spreken, ook niet willen dat andere er over spreken en ons eigenlijk er erg oncomfortabel bij gaan voelen. Maar laten we het antropologische deel nu varen en ons focussen op Gods boodschap.
Het lijden van Christenen
De apostel Petrus roept in het bijzonder de Christenen op zich niet te schamen voor het lijden dat hen overkomt. Dit is 1 van 3 uitzonderingen waar in de hele Bijbel over Christenen wordt gesproken. De verdeling is gebruikelijk juist Joden en heidenen of Joden en Grieken. Bij hoge uitzondering richt Petrus zich nu uitsluitend tot de bekeerde volgelingen van Christus, die Christenen werden genoemd.
Schamen of onteren
Letterlijk staat er niet ‘schamen’ maar ‘onteren’. Nu is natuurlijk bekend dat als er binnen een familie bijvoorbeeld een seksueel vergrijp was voorgevallen en iemand hiervan dader of slachtoffer was, dan schaamde je daar als familie over, want je familie is onteerd. Ze liggen dus in elkaars verlengde, maar als we de tekst goed lezen, zonder tussenvoegingen, dan zegt Petrus: Maar als een Christen lijdt, onteer niet, maar eer God in dit lot. Soms lijkt het bij uitstek een christelijke gedachten te zijn dat lijden ons wordt aangedaan. Maar nee, zegt Petrus, het overkomt je, omdat het je lot is. Nu hebben we het vorige week over Gods voorzienigheid gehad en Zijn raadsbesluit. Nu wil ik niet op de stof vooruitlopen, maar hier wordt niet gesproken over dat Gods wil het is dat je het lijden overkomt. God legt je niet individueel lijden op. Het gaat hier over het lot, omdat het slechts een onderdeel is van een groter plan. ‘Ja maar’, zal je zeggen, ‘bij Job geeft God Satan toestemming om Job te beproeven’. Inderdaad, dat is een hele individuele actie. Maar de context wordt ons in het vervolg van dit vers gegeven. Daarom begint volgende vers ook met een gevolgtrekking ‘want’ in de SV en HSV. Er staat echtere ‘hoti’ in het Grieks, wat staat voor ‘omdat’. Dus waarom overkomt Christenen lijden? Dat legt Petrus ons uit. Omdat eerst het oordeel over de Christenen zal komen om hen te scheiden van de wereld.
Van de wereld gescheiden
Misschien denk je: ik lees niks over ‘scheiden van de wereld’. Klopt. Ik heb geen idee waarom het woord ‘scheiden’ niet is opgenomen in de Nederlandse tekst. Mogelijk hebben vertalers niet goed geweten wat ze aanmoesten moet dit woordje en lees je alleen het woordje ‘van’. Wat de reden ook zij: dat is niet zo relevant. Wat wel relevant is dat we begrijpen wat ons overkomt. De Christenen waar Petrus zich op richt hadden reeds te maken met forse vervolgingen. Eigenlijk zouden we moeten stellen, dat als je een makkelijk leven wil, kan je beter geen Christen worden. Op een of andere manier overkomt ze van allerlei onheil. Maar dat is de buitenkant. Wie met een ware gelovige Christen in gesprek gaat over zijn lijden, zal merken dat daar – als het goed is – geen murw geslagen karakter achter zit. Paulus verteld ons zelfs dat we dankbaar moeten zijn als we veel moeten lijden, omdat dit alleen maar typeert dat de tegenstander bang voor je is. De Boze zal inderdaad proberen jouw lijden uit te leggen als ‘straf’ of als ‘tegenstand’ en zeker als ‘onheil’. Christus zegt dat we ons kruis blijmoedig of vrolijk moeten dragen. Ook Petrus zegt hier: ‘Maar verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen. Als u smaad wordt aangedaan om de Naam van Christus, dan bent u zalig, want de Geest van de heerlijkheid en van God rust op u. Wat hen betreft wordt Hij wel gelasterd, maar wat u betreft wordt Hij verheerlijkt.’ (13-14) Moeten we dan gaan juichen als het onheil ons overkomt? Nee, dat wordt nergens beweerd. Petrus legt ons juist uit wat er gebeurt.
Nadat Christus naar de hemel is opgevaren en de Heilige Geest is uitgestort is het laatste hoofdstuk van de wereldgeschiedenis opgeslagen. Bevonden de Christenen zich destijds in het begin van het laatste hoofdstuk, dan leven wij op de laatste bladzijdes van dit hoofdstuk. In die tijd gaat er namelijk iets bijzonders gebeuren. De gelovigen zullen getroffen worden door allerlei onheil. Hier zal schande over worden gesproken. Het lijkt als het ware of een een stank aan die ‘gelovigen’ hangt. De wereld zal zich vanwege dat onheil, die stank, zich distantiëren van hen. Het is als een familie die is onteerd. De familie kan deze schande maar op een manier ongedaan maken, door de dader en/of slachtoffer van de schande, uit de familie te stoten of te doden. Niet langer kan men dan zeggen dat er een schande op hen rust, want deze persoon is geen familie meer of bestaat niet meer. Zo is het ook met de gelovigen. We behoren alle tot de grote familie van de mensheid. Maar als jij Christus gaat volgen, zal jij getroffen worden door leed. Een leed waar men niet meer geassocieerd wilt worden. Ze willen niks meer met jou te maken hebben. Als jij ondanks je geloof, even makkelijk met je ongelovige vrienden, familie en collega’s mee kan komen als ieder andere ongelovige, kan ik je verzekeren dat er iets goed mis is met je geloof of hoe open jij over je geloof en lijden spreek. Dit klinkt misschien erg zwaarmoedig. Toch is dit niet het geval. Je bent als het ware een alien geworden. Zo wordt je zelfs letterlijk in de Bijbel genoemd: een alien. In die gevallen lezen we in het Nederlands: Vreemdeling of Bijwoner. Je kan je niet voeden met dezelfde levensstijl, woorden, films en humor als de wereld. Dit gebeurt met een doel. Als eerste zullen de Christenen getroffen worden door het onheil, zodat de wereld afstand neemt van je. Als het ware worden we door de ‘stank’ van het christen-zijn, ten diepste van Christus, afstotelijk. Het is als het ware dat jij voorzien van de geur van een gewassen lichaam met zeep, je begeeft onder een verborgen inheemse stam die zichzelf met modder uit een moeras insmeert. Zij zullen je zeeplucht als onverdraaglijk ervaren. Terwijl jij je uiterste best moet doen om je neus dicht te knijpen voor de rottingsgeur (de dood) die om hen heen hangt. Zij weten niet wat het is om schoongewassen te zijn met geurende zeep. Zij zijn alleen vertrouwd met de geur van het moeras, waardoor ze de onhygiënische staat van hun lichaam niet waarnemen. De schone geur roept bij hen walging op, wat zo ver kan gaan dat ze je hierom willen doden, uit angst voor wat men niet kent.
Lijden voor een afgebakende tijd
In het Grieks staat dat dit voor een vooraf vastgestelde periode zal zijn. Even als de inboorlingen zullen zij de zoete geur van Christus niet kunnen verdragen. Zij zullen de klederen van het heil die jij draagt zien als een ongepaste last om hun naakte lichamen.
Het lijden van de gelovigen zal voor een periode zijn. In deze tekst wordt een aanduiding gebruikt die een afgebakende of vastgestelde tijd. Een periode die vooraf is vastgesteld. Waarin Satan tot zekere hoogte vrij spel heeft om ons te belagen. Maar wat doe je dan?
Ga jij je beklagen? Niet doen.
Ga jij het voor je houden? Niet doen.
Ga je het maskeren? Niet doen.
Nee, deel eerlijk welk lijden jou overkomt onder je medegelovigen. Wees standvastig er in en geef God de eer. Leer te zeggen: ‘Dank u Heere, dat ik een aanstoot ben voor Satan. Dat ik mag lijden om Christus’ wil. Dat ik waardig ben bevonden om dit te dragen, zodat U wordt verheerlijkt’. Dus moeten wij dan God gaan vragen om lijden? Moeten we blij zijn met leed? Nee. Dat niet. Waar je vreugde in mag vinden, is dat je ondanks het lijden, Gods naam blijf prijzen. Dat je dwars door het lijden heen, de vreugde van Chrisus zie. Als het ware zorgt jou lijden voor twee dingen:
- Degenen die niet in Christus zijn en jou van de waarheid kunnen aftrekken, nemen afstand van je
- Degenen die hun ogen nog zullen worden geopend of die in Christus zijn, zullen de kracht van het geloof in je zien en God verheerlijken en eren.
Realiseer je wat het inhoud dat jouw lijden voor een afgebakende tijd geldt, maar voor die niet in Christus zijn, zal dit een oneindig, eeuwig lijden zijn in veel heftiger mate.
Aanmoediging
Ik roep jullie dan ook op, om te delen welk lot jou treft. Deel het! Inclusief je teleurstelling in God. Deel je pijn, frustratie en schaamte. Je boosheid, angst en onrust. Dit alles is lijden. Ga niet mee in trend om alleen je successen te delen. Misschien vind je dat een zaak tussen God en jezelf. Nou, dan bij deze zeg ik je: Je zit goed fout! God heeft je geplaatst in een huisgezin. Je bent met broers en zussen. Daar mag geen vrees zijn voor je positie in de groep. Iemand die het meest zijn zwakheden en lijden deelt, is mogelijk de geestelijk de meest volwassene in de groep. Op een of andere manier zijn we gaan geloven in de ‘iron lady’. Alleen iemand zonder een scheurtje en alleen power en positiviteit is een leider, is een voorbeeld. Die heeft het gemaakt! Nou dat noem ik wereldgelijkvormigheid. Daarmee schep schijnheiligen. Ja splits dat woord eens: SCHIJN + HEILIGE. Dat willen kerken zien. Schijnheilige predikanten en oudsten. Schijnheilige leden krijgen respect. Dan zeg ik je: Zij zijn schijnheilig omdat ze lijden en dit verzwijgen. Of ze zijn schijnheilige omdat ze het lijden niet kennen en dus niet in Christus zijn. Maak die keus voor jezelf vandaag!
Een ander level van lijden
Het einde breekt aan
De mensheid wordt van elkaar gescheiden in twee groepen. En straks zal op de laatste bladzijde, het lijden overslaan op de resterende deel van de mensheid. En dan mag je je hart vasthouden. Want Petrus zegt terecht: Als dit jullie nu is overkomen, hoeveel te meer zal de ongelovigen straks te verduren krijgen. We kunnen ons nu misschien nog geen voorstelling maken hoe het zal zijn als straks het overgrote deel van de wereld, bedekt raakt onder infectieziektes, aangevallen zullen worden door insecten die de mensen zullen pijnigen, natuurrampen barsten los en de wereld raakt verwikkeld in een een wereldoorlog, zodat ze zullen proberen zelfmoord te plegen, maar het hun onmogelijk zal worden gemaakt. We kunnen ons geen voorstelling maken wat het lijden zal zijn als de toorn van het Lam over de aarde wordt uitgegoten. We kunnen ons geen voorstelling maken wat er gebeurt als de hele wereld onder de heerschappij van een wereldregering wordt gebracht en een ongekend geslepen en bruut dictator de hele wereld in zijn ijzeren greep zal houden. Dit kan ik je wel vertellen: Zij zullen wensen dat zij slechts het lijden zouden krijgen, wat de gelovige ware Christenen nu ondergaat.
Dan mag je zien dat het een eer is om nu aards ongemak te ondervinden. Want tegen de tijd dat het zo ver is, dat dit lijden de wereld zal treffen, zal Christus Zijn Kerk opnemen van de aarde. Of dit voor, tijdens of na de Grote Verdrukking of de oordelen zal zijn weten we niet. Er is veel over gespeculeerd en eerlijkheidshalve verlang ik een duidelijk antwoord hierop, maar ik kan niet meer stellen dan dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat Christus de Gemeente zal opnemen voor de oordelen de aarde treffen. Maar er zijn ook aannemelijke punten te noemen dat dit op het laatst zal zijn, als er voor de rest van de wereld geen redding meer mogelijk zal zijn. In mijn optiek doet dit er ook minder toe. Het is voldoende om te weten dat ons lijden, maar beperkt is in verhouding wat de wereld zal ondergaan.
Het Evangelie ongehoorzaam
Maar nu wil ik jullie wijze op een andere nuance. Ik heb in eerste instantie de klassieke scheiding gehanteerd: gelovigen-ongelovigen. Echter Petrus spreekt hier over een specifieke groep. Hij heeft het niet over de blinde heidenen: de mensen die de waarheid niet kennen. Hij heeft het in onze tekst specifiek over ‘hen die het Evangelie ongehoorzaam zijn’.
Lieve mensen, dat zijn geen heidenen, dat zijn mensen die vandaag in de kerk zitten. Dit zijn mensen die de Waarheid kennen. Zij zijn opgegroeid met het Evangelie. Ze werden meegenomen naar de kerk, door hun ouders. Of zijn later in hun leven betrokken geraakt bij het huisgezin van God. Maar zij hebben de Waarheid de rug toegekeerd en hebben de wereld boven de Messias verkozen. Maar zoals ik reeds zei, ze zitten ook vandaag in de kerk. Ik wens dat het niemand betreft in ons midden en toch zijn er altijd indringers die geen bruiloftskleed dragen. Altijd zijn er mensen die pretenderen een christen te zijn. Zij spreken de taal van christenen, weten zich te gedragen en te kleden als christenen. Zij kennen het rijtje uit hun hoofd, hoe je een ware christen kunt herkennen: In hun praat, daad, gelaad en gewaad.
Praat
Zij beheersen de zogenaamde ‘talen Kanaans’. We zijn het ons denk ik minder bewust dan in de strengere traditionele kerken, dat men een eigen vocabulair hebben. Dat is zelfs ook wel goed. Iemand uit de hiphop/rap/skate-cultuur herken je ook aan woorden als ‘bro’, ‘dude’, ‘chick’ e.d. We zijn het ons vaak geeneens bewust, totdat je er mee wordt geconfronteerd. Anderen zijn het zich juist heel erg bewust en neemt dit snel van elkaar over, zodat je in de groep makkelijker wordt opgenomen. Je kan je echter ook onderscheiden door wat je juist niet zegt. Dat is uiteindelijk belangrijker. Geen vuilsprekerij, vloeken, laster, schelden en roddel kan uit de mond van een christen voortkomen. Een ongelovige die vloekt wordt in de wereld niet opgemerkt. Maar een christen die vloekt, wekt al snel toorn en minachting op.
Gewaad
In onze cultuur kennen we minder de onderscheidende kledingstijl. De Reformatorische christenen herken je sneller aan hun kleding, haardracht, en ontbreken van make-up. Toch neem ik aan dat ook onder ons onderscheid is. Ik zeg niet dat je specifieke kleding moet gaan dragen. Maar je mag je wel bewust van zijn welke kleding je wel draagt. Denk aan teksten die op kleding worden gedrukt, alsook afbeeldingen en symbolen. Denk aan referenties aan popgroepen, games en films die lijnrecht tegenover Gods Woord staan. Daar mogen wij onszelf niet mee kleden.
Daad
De daad is uiteindelijk het meest sprekende. Blijkt uit wat je doet ook wat je geloofd? Kan een buitenstaander iets aanmerken op jouw levenswandel? Nee? Gelukkig. Dan een volgende vraag: Kan een buitenstaander in jou levenswandel een meerwaarde opmerken in verhouding tot een goed mens? Goede mensen, ja zelfs mijn perfecte mensen, leven buiten de kerk. Wat maakt jouw leven tot onderscheid? Dit zijn belangrijke zaken. Maar het is de buitenkant, die kan worden geimmiteerd. En zo zijn er ontrouwen die schijnbaar trouw zijn in de kerk. Dragen mogelijk het priesterkleed en vullen het podium op de zondagochtend. Er zijn anderen die hebben voor een tijd de waarheid gediend en hebben zich daarna er tegen gekeerd. Deze twee hebben het meest het oordeel te vrezen. Want zowel de Opperste Rechter als de wereld zal geen genade kennen, met hen. Je moet in de wereld niet van twee walletjes snoepen, maar daar kan het je nog macht opleveren. In Gods Koninkrijk levert je dit alleen veel schade op, omdat je ook ongekend veel schade teweeg heb gebracht. God tolereert geen imitators en ontrouwen. Als je deze weg bent ingeslagen, dan spoort Petrus je nu aan daar radicaal mee te breken. Misschien moet je voor even een bevoorrechte positie opgeven. Misschien moet je gezichtsverlies lijden, maar de beloning is vele malen groter. Mogelijk heeft het opgeven lijden tot gevolg, maar zie het perspectief dat God je biedt: Je hoeft vele malen minder te lijden, dan wie nu de makkelijke weg kiest.
Gelaat
Welke ik verfoei in dit rijtje is het gelaat. Wie denkt dat geloof af te lezen is van je gezicht, gedraagd zich ronduit zielig. Vroomheid dat van je gezicht druipt is schijnheiligheid en voor God een walging! De Heere Jezus sprak zich hier fel tegen uit, omdat de geestelijke leiders een poppenkast opvoerde door vrome gezichten te trekken, om van de mensen gezien te worden. Het enige waarom ik het wel noem, is dat de vreugde van Christus van je gezicht mag stralen. Ooit sprak een moslim mij aan, zonder dat ik christelijke kenmerken droeg: 'Jij ben zo'n een van die blije christen die hoop hebben'. Laat dat van ons aangezicht stralen, alsof we de heerlijkheid Gods hebben gezien.
Slot
In het lijden dat je moet ondergaan, zal je kracht krijgen en mag je het blijmoedig het beleven. Je lijden, brengt getuigenis met zich mee. Nee, dat zie je niet altijd op dat moment. Ik heb deze week veel momenten gehad dat ik het niet zag. Toch heb ik mij geen moment verlaten gevoelt of zonder perspectief. God was er in de stilte, Hij was er in de strijd, Hij was er in het lijden, Hij was er als het stil werd, Hij was er toen het op zijn moeilijkst was. Maar wat meer is, toen er geen woorden waren, werd in een moment en in antwoord op 1 gebed tegelijk gezien: Geloof, Hoop en Liefde. Op dat moment krijgt God de eer. Dat is wat Petrus hier onderstreept: Als je lijdt, loop er niet voor weg, schaam je er niet voor, maar geef op dat moment God de eer! In lijden kan je vloeken. In lijden kan je bidden, wat zeker te verkiezen is, maar in lijden kan je ook God loven en eren. Kan je dat jezelf aanleren? Kan je dat verklaren? Nee! Dit kan je alleen beleven, door met God te wandelen. Jezus gaf Zijn Vader de eer, terwijl Hem het zwaarste lijden ten deel viel. Zouden wij dan geen kracht krijgen om onze Vader te eren in ons lijden, door Jezus Christus onze Heer? Is dit het makkelijkste en vrolijkste onderwerp? Nee. Ik vraag je niet het gelijk van a-z te doorgronden. Raap het alleen wel op. Test het uit of dit is wat God ons leert. Proef het en herkauw het als de koeien, totdat je elke voedingsvezel er uit het opgenomen. Dan weten we dat we getuigen in al ons lijden: Looft de HEERE, want Hij is goed. Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Amen