Vandaag hebben we opnieuw gesproken over een opmerkelijke en onbekende vrouw: Hulda de Profetes. Josia was een koning die misschien wel de beste koning van Juda was. Hij reformeerde Juda, maar ook Israel en er kwam een opwekking. Een glorietijd! En dan vind hij een boekje en dat gaat over oordeel. Hoe kan je zo goed doen en dan oordeel krijgen? Voelt oneerlijk of niet? Deze preek gaf veel stof om over na te praten na de dienst. Lees, kijk of luister hier terug.
De onderstaande tekst is een preekschets van de gehouden dienst. De tekst kan afwijken van het gesproken woord, daar het niet wordt voorgelezen maar geleid wordt gesproken. Onderaan de pagina kan u uw reactie achterlaten. Dit wordt zeer op prijs gesteld.
Schriftlezing: 2 Kronieken 34 >>>
Inleiding
Geliefde broeders en zusters in onze Heere Jezus Christus,
Vanmiddag wil ik opnieuw stil staan bij een onbekende vrouwennaam in de Bijbel. Ik ben niet op zoek geweest naar een serie, maar dit is waar de Heere mijn aandacht op vestigde. Vorige week hebben we gesproken over Debora, ook een profetes en een leider en richter in Israel. Maar dit verhaal speelt zich eeuwen nadien af. Opnieuw gaat het om een getrouwde, vermoedelijke oudere, dame. Haar naam is Hulda. Hulda is een profetes van de Heere.
Context en geschiedenis
En om de lijn van het verhaal te begrijpen is het goed als ik kort vertel wat er gebeurde. Het grote machtige rijk Israel heeft maar 70 jaar bestaan onder de leiding van David en Salomo. Heel het Midden-Oosten van de Libanon tot Ethiopië, tot de achterste grenzen van het huidige Bagdad en bijna heel Syrie, vormde het Koninkrijk Israel. Maar na Salomo scheurde Israel in tweeen tot Juda, het tweestammenrijk en Israel, het tienstammenrijk. Hiermee bleef pakweg een tiende van de ooit zo glorieus gezegende rijk over. Vanaf dat moment is onafgebroken burgeroorlog en oorlog met nabijgelegen volken, waar zij ooit over heerste. Het uiteenvallen was dramatischer dan de val van het Romeinse en Ottomaanse Rijk. Beide rijken werden bestuurd door vaak incompetente koningen. Juda kende een aantal goede vorsten als Hizkia, Josia, Josephat en tot zekere hoogte koning Joas. Het tienstammenrijk werd met name door twee vorsten op een rij goed geregeerd door Achab en Jehu. Ook al kwam uiteindelijk het Rijk Israel alsnog ten val. Opvallend is dat de succesvolle vorsten van Juda alle God echt diende en reformaties doorvoerde, met een opwekkingsgolf ten gevolg. Terwijl Israel geen goddelozer vorst dan Achab heeft gehad, terwijl hij gelijk de meest briljante, militair-strategisch vorst was, die zelf actief in het leger dienst nam. De verhoudingen tussen de twee delen van Israel waren onoverbrugbaar groot, dat de scheiding strikter was dan welke verhouding ook. Zelfs het bezoeken van de tempel was verboden en werden de grenzen in die paar eeuwen fel bewaakt.
PowerPoint-sheets bij de geschiedenis en het verhaal. Klik op afbeelding voor vergroting
Het verhaal van koning Josia
En dan komt er een nieuwe koning is Juda. Een jongen van mogelijk een jaar of 12-13. Deze jongen had een ongekende passie voor God, waarvan ik vele malen dieper onder de indruk ben dan de grote koning David. Onmiddelijk laat hij alles wat ook maar naar afgoderij en occultisme riekt uitbannen. Gewijden natuurgebieden worden zelfs met de grond gelijk gemaakt en opnieuw ingericht. Zelfs de graven van de van de cultleiders en priester werden geruimd. Maar dan gebeurt er iets opmerkelijks wat nooit mogelijk was. Hij stopt niet bij de grens van Israel-Juda, maar trekt door het tienstammenrijk in en zet de zuivering en reformatie voort buiten hun eigen grenzen bij hun broederstammen. En de koning van Israel lijkt gewoon passief toe te kijken. Ook in het tienstammenrijk gaan de afgoden en cults weg. De godsdienst vanuit de tempel in Jeruzalem wordt weer ingesteld voor beide landen. De tempel en alle gebouwen er omheen worden gerenoveerd en alles en dan ook alles wordt in zijn voorgaande glorie hersteld. En dat is een operatie, want de ene na de andere koning had het goud en sier voorwerpen er afgesneden en gesloopt, totdat er een lelijk karkas over was. Compleet de tempel was gestript. Alles werd hersteld totdat alle glorie voor God was teruggebracht. Heel het land werd een feest van geloof. Het geloof werd levend en vreugde onder het volk. Er lijkt bijna een soort heilstaat te ontstaan onder de leiding van deze jongen. En dan wordt er tijdens de renovatie van de koninklijke kamers bij de tempel een boek gevonden. Wij kennen dat als Deuteronomium. Het handboek van de wet. Als er een koning in Israel werd gekroond moest hij dit boek 2x overschrijven en dat als de grondwet van zijn hele geloof, bestuur, rechtspraak en militaire leiding op baseren. Twee boezemvrienden van Josia lezen hem het boek voor. Van de schrijfopdracht was niemand zich meer bewust. De koning zuigt als het ware alle informatie op. Hij had alles en dan alles voor God in glorie gebracht en nu achteraf wordt dit boek hem voorgelezen. Ik zou als ik hem was uit mijn voegen barsten van blijdschap, dat ik zoveel voor mijn God had gedaan, zonder dat ik zelf wist dat God dit ook verlangen al had gedaan. De Heilige Geest had hem zo geinspireerd dat hij een bijna volmaakt werktuig in Gods hand was geweest, terwijl hij dit uit pure liefde had gedaan. Maar er ontstaat een totaal andere reactie. Josia barst als het ware in tranen uit. Want als dit is wat God de afgelopen eeuwen heeft verlangt en door zijn voorouders, de priesters en het volk is nagelaten, wat is God dan te kort gedaan. Het boek Deutronomium, wordt ook wel de telling van zegen en vloek genoemd in het Hebreeuws. En Josia telt al die overtredingen op en realiseerd dat er dus een even grote rij aan vloeken zijn die over het het land komt.
De houding van Josia
Josia heeft een heel krachtig besef van Gods authoriteit en rechtvaardigheid. Ondanks zijn reformatie en de grote opwekking die dit te weeg heeft gebracht, weet hij dat Gods oordelen nu in de wachtrij staan, om over Israel te worden uitgestort. Ik was met God in gesprek gegaan. Gaan bidden en smeken en zeggen: “Heere vergeef mij en vergeef mijn volk voor wat wij en bovenal onze voorouders hebben misdaan. Heere ik heb U lief met heel mijn hart en Uw eer en glorie te midden van ons volk hersteld. Ik heb boven mijn vermogen gehandeld en Uw naam verheerlijkt en een nieuw koninkrijk gesticht waar U centraal staat. Wilt u onze oude schuld vergeven en achter U laten. Wij zullen U blijven volgen, nu we weten wat U van ons verlangt. Ik smeek om Uw genade en vergeving. U bent goedetieren en eeuwig in Uw genade” Maar Josia voelt dat dit niet de weg van Gods genade wordt, maar van Zijn rechtvaardig recht. Daar sta je dan. Je heb een opwekking ontketend en staat er nu een glorietijd te wachten. Nee, hij verwacht een bijna complete ondergang van het koninkrijk en de tempeldienst. Wat een onverteerbare domper. Ik zou het niet kunnen accepteren en mij blijven beroepen op Gods genade. Maar Josia gaat niet bij zijn eigen opvatting te raden. Hij heeft in dit conflict Gods eigen antwoord nodig. Hij verlangt een levent contact van God tot de mens. Ondanks dat er veel profeten in die tijd waren en priesters die een levende relatie met God hadden, zoals de profeet Zacharia, komt er iemand anders in zijn gedachten. Een vrouw die een profetes is.
Waarom Hulda de Profetes?
Wat haar anders maakt is niet alleen het feit dat zij een vrouw is, terwijl profeten eigenlijk uitsluitend onder mannen bestonden. Hulda was anders dan alle andere Godsmensen. Zij had als het ware een open verbinding met God. Zij sprak met God alsof Hij dagelijks bij haar aan de keukentafel zat. Zij communiceerde direct met God of Zijn engel en ontving dus directe antwoorden uit de hemel. Josia had geen goed onderbouwd theologisch antwoord nodig van de wetgeleerde. Hij had geen bemiddeling van een priester nodig. Hij had geen goed pastoraal gesprek of zalving nodig. Hij had geen profetisch beeld nodig. Hij had zelfs geen afgebakende boodschap van God nodig. Hij moest letterlijk met God in gesprek komen. Alleen dan was hij zeker van het zuiverste antwoord. Hij gaat naar Hulda toe, omdat hij weet dat er geen ruimte bij haar is voor interpretatie van een boodschap of een beeld, droom of visioen. Bij Hulda krijg je ter plekke keihard de letterlijke woorden die God hier en nu uitspreekt. Sallum haar man had de leiding over de linnenkamer van de tempel en was de bewaarder van het hogepriesterlijke kleed. Een man die in zijn handwerk blijkbaar zo gepasioneerd was, om de kleding perfect en heilig te hebben voor God, dat dit zo’n bekendheid werd, dat iedereen wist wie die Sallum was. Hij kreeg zelfs een speciaal voor hem gecreeerde functie. We weten door zijn bekendheid zelfs heel specifiek in welke wijk hij in Jeruzalem woonde en dat hij in een straat met nieuwe huizen woonde. De heilige passie was blijkbaar een levensstijl in dit huwelijk van dit vermoedelijk oude echtpaar. Haar man in zijn handwerk en zij in haar contact met God. Uit alle Godsmensen verlangde Josia het antwoord van de Heere uit eerste hand te ontvangen. Daarom wil hij dus uitsluitend Gods antwoord via Hulda ontvangen.
De houding van Hulda de Profetes
Nu zou ik verwachten dat Hulda verlegen wordt. Er staat een hele delegatie van de koning voor de deur. De koning Josia stuurt zijn meest geliefde en verwante vrienden. Op de koning na, kon ze geen hoger geplaatst personen verwachten, want deze persoonlijke vrienden van de koning behoorde tot de directe en dagelijkse medewerkers van de koning. Maar uit niets blijkt dat ze ook maar iets er van onder de indruk raakt. Sterker nog ze laat duidelijk merken dat het haar niet kan schelen of hij nu de koning is of de lokale timmerman. Evenmin laat ze ook uit niets merken dat ze bijvoorbeeld trots is dat ze een koning heeft die de HEERE lief heeft en zo’n grote reformatie heeft doorgevoerd. Nee, uit alles blijkt dat ze een heel duidelijk statement wil maken: ‘Ik ben onafhankelijk Het interesseert mij totaal niet wie jij bent. Ik heb een relatie met God. Met Hem spreek ik. Voor Hem leg ik verantwoording af. Ik geef alleen maar door wat God tegen mij zegt, meer en minder niet’. Dit statement maakt ze heel duidelijk door te zeggen ‘zeg tegen die man die u gezonden heeft…’ Ze zegt niet ‘zeg tegen de koning’ of ‘willen jullie alsjeblieft de volgende boodschap overbrengen’. Niets van dat alles. In haar boodschap is geen enkele eer voor een mens, maar is uitsluitend ruimte voor God en niemand meer.
Maar nu haar boodschap: Ze ontvangt direct van God een antwoord en dat antwoord is geen goed antwoord. Ze krijgt de opdracht een onheilstijding te brengen. Ze gaat de boodschap niet mooi pastoraal inpakken. Ze gaat niet benoemen de dingen die hij goed heeft gedaan. Niets van iets wat hij goed heeft gedaan lijkt mee te tellen. Ze zegt: “Ga naar die man toe, die jullie heeft gestuurd”. Ze zegt dus niet: “Vertel uw koning of vertel het de man die God liefheeft”. Haar boodschap is hard en ruw, ongepolijst. En dat is precies wat de koning weet dat hij nodig heeft. Hij beseft dat het niet anders kan dan dat de ketel van Gods toorn kolkt en kookt en de spatten er als ware al overheen schieten. Elk moment kan de ketel omvallen en leegstorten. Gods maat heeft reeds zijn limiet bereikt. Er is geen tijd meer voor verzachtende woorden en geruststellingen. Hij wil niet dat door een gepolijst antwoord hij ook maar een milliliter toe zal voegen aan de ketel van Gods toorn. Daarom kiest hij bewust voor Hulda die zo direct is, dat we zouden zeggen ‘ze is een hork. Je moet haar niks vragen’. De meeste zullen haar alleen maar vermijden als ze zo direct is. Maar Josia weet de waarde daarvan in te schatten. Zijn liefde voor de HEERE is zo groot, dat hij niet de verantwoording kan dragen om ook maar iets te doen waarmee hij zijn God verdriet zou kunnen doen, kwetsen of boosmaken. Merk je dat het geen houding van een religieuze die rekent met een God die een boeman is, maar hij rekent met een God die hij liefheeft en diep gekwetst is. Hij kan niets toevoegen aan Gods verdriet en pijn.
De Overgeblevenen
Nu staat het verhaal van Josia en Hulda 2x in de Bijbel. Zowel in de Koningen als in de Kronieken. Mogelijk heeft dit dus te maken dat de reformatie en opwekking van Josia in beide landen plaats vond. Maar opmerkelijk is het ook te noemen dat het bijna tot in de detail letterlijk dezelfde tekst is. Echter er is een opmerkelijk verschil tussen de opdracht van Josia. Een verschil dat ik vermoedelijk niet had opgemerkt als de preek van vorige week zondag er niet was geweest. Want wat lees ik, dat Josia zegt: ‘Ga naar de profetes Hulda en vraag voor mij de Heere en voor de overgeblevenen van Juda en Israel.’ Mijn reactie was: Wow, dit is geen toeval. Want wie verlangd er nu naar de puurheid van Gods antwoord, gedreven door liefde? Zijn dat de meelopers in de opwekking? Zijn dat de religieuze? Nee, dat zijn de overgeblevenen. Wie waren dat ook al weer: De mensen die in een bidstond bij elkaar kwamen om te bidden, psalmen met elkaar te zingen en dit afwisselde door getuiigenissen uit te spreken over de grote daden van God. Eeuwen later, wordt opnieuw bij een Gods vrouw opeens gesproken over ‘de overgeblevenen’. Het waren de bidders en Godlovers die een straight antwoord van God verlangde. Je zou zegggen Josia ziet deze opwekking gebeuren en Juda en Israel zich verenigen als gevolg van een grensoverschrijdende reformatie. Maar Josia kijkt niet naar het getalsmatige succes. Hij voelt zich alleen verbonden blijkbaar met de Overgeblevenen. Josia zag in wie daadwerkelijk verlangen naar het straight antwoord van God: De Overgeblevenen. De bidders die God met heel hun hart zochten. De mensen die elkaar opzochten om getuigenissen te delen. Niet omdat ze zo’n goed verhaal hadden. Nee, we hebben vorige week gezien dat ze met de getuigenissen God groot maakte en elkaar bemoedigde. De gebeden en getuigenissen van de Overgeblevenen gingen gepaard met de engelenwacht en bracht krachtige helden als mensen tussen hen in. De Overgebleven waren zij die gekoppeld zijn aan de geestelijke strijd in de hemelse gewesten, de geestelijke tussenlaag, waar wij deels ook in leven.
De Boodschap
En dan komt de boodschap: ‘Zeg tegen die man die u naar mij toegezonden heeft: Zie ik ga onheil over deze plaats brengen en over de inwoners, al de vervloekingen die in het boek zijn geschreven en aan de koning van Juda is voorgelezen.’ Hulda spreekt niet over de opwekking en reformatie. Dat maakt geen deel uit van de boodschap. Haar boodschap is helder en klaar. De maat van Gods geduld heeft het maximum bereikt. Hou dat beeld van een ketel op het vuur maar eens vast. Als er te veel in de ketel zit, gaat dat eerst best goed. Als het ware is Josia een chefkok die de keuken in komt wandelen en ziet dat zijn souschef de ketel tot het maximum heeft gevuld. Hij is hier boos over en stuurt de souschef de keuken uit en neemt zelf de leiding. Hij is duidelijk: Er mag niets en dan ook niets meer worden toegevoegd aan die ketel. Nog geen snufje zout. Hij houd het dus stabiel, door het juiste te doen. Ondertussen wordt echter de ketel steeds heter en begint hij te koken. Ook al heeft de chefkok er op toegezien dat er niks meer aan de ketel wordt toegevoegd, kan hij niet voorkomen dat de ketel uiteindelijk toch overkookt. Er zat reeds te veel in. Deze kok had het slechts op een manier kunnen ingrijpen en dat was het vuur onder de ketel vandaan halen. Maar Josia wist dat dit precies was wat hij niet kon. Hij kon, maar zou ook nooit willen, het vuur van Gods recht uitblussen. Josia zag als een ervaren chefkok, dat het onvermijdelijk was dat de ketel zou overkoken. Het enige waar hij mee wilde rekenen was om er op voorbereid te zijn en de situatie te aanvaarden. Alleen dan kon hij het beste zoeken voor zijn volk en God Zijn rechthebbende positie behouden.
Opwekking en de actualiteit
Nu weten jullie dat ik het haat dat er wordt gedaan of er een God van het 1e en een God van het 2e Verbond is. Ja, onze Heere Jezus Christus is gekomen als Zaligmaker voor alle zonden. Maar daarmee is God niet veranderd. God is onveranderlijk gebleven. En daarom wil ik het nu een ogenblik doortrekken naar het heden. Heel mijn hart hongerd al 26 jaar naar een opwekking. En hoewel alles steeds duisterder in de wereld wordt, geloof ik nog steeds dat de tijd bijna rijp hier voor is als ik de geschiedenis van de wereld en de kerk bestudeer.
17 jaar geleden heb ik een jaar onderzoek gedaan naar het ontstaan van opwekkingen en heb ik bij elke opwekking, de literatuur, cultuur, politiek, economie, ethiek, seksuele beleving, militaire ontwikkeling en kerkgeschiedenis in kaart gebracht. En zonder enige uitzondering kon je een vast profiel vaststellen. Besef dat ik deze niet vandaag heb geschreven, maar 17 jaar geleden:
Elke opwekking is ontstaan als het kwaad zijn hoogtepunt begint te naderen. De politiek corrupt is geworden. Er een overvloedig gebruik is van verdovende middelen. Seksuele bandeloosheid over zijn grenzen is gegaan en is doorgeslagen naar de openbaarheid en als cultuur wordt erkend. Zelfmoord en euthernasie wordt toegepast als zijnde een verheven keuze of vrijheid. Abortus is een keuze van de moeder geworden en geen uitsluitende medische noodzaak. De economie stort in. Armoede vliegt de lucht in. Er ontstaat onverwachts een te kort aan primaire middelen als woning, brandstof en voedsel. De maatschappij zoekt eerst een vrijpostige eenheid, om uiteindelijk aan deze vrijheden elkaar te beroven van vrijheid en de een na de andere groep tegen elkaar wordt opgezet. De groep rijke die steeds rijker worden, wordt kleiner, invloedrijker en bereikt ongekende expansie, terwijl dus de armoede toeneemt. Kerken draaien voornamelijk op traditie en heeft zich opgesplitst in gemeenten die een bepaalde groep vertegenwoordigen. De verhoudingen in de wereldmachten begint te schuiven door oorlogen die aan de grenzen worden gevoerd in vaak niet al te invloedrijke landen. Het einde van een beschaving treed in.
Dit was de situatie bij Josia, dit was de situatie op de Pinksterdag, dit was de situatie tijden The Great Awaking, dit is de situatie die zich nu ontvouwt. En honger er naar dat heden nog een opwekking komt. Ja, ik smeek God dat niet de laatste is geweest. Wij staan aan de vooravond van de situatie van Josia. Ik zie geen ontwaken in Europa, maar hoe komt dat? Tenzij mijn geestelijk oog niet zuiver is, moet ik zeggen: Josia wachte niet tot God een opwekking ging geven, maar hij stond op en reformeerde de twee landen. Kom niet aan dat de tijd er rijp er voor moet zijn. Kom niet met dat je niet impulsief moet handelen. Kom er niet mee aan dat dit voorbereiding vraagt. Josia ging niet wachten tot er verandering onder het volk en priesters kwam. Dat doet een 12-13-jarige niet. Dat joch stond op en zei: Ongeacht of jij nu een belangrijke priester bent, profeet, boer of ambtenaar, aan de slag. Ruim je huis op. Hij zuiverde elke stad, dorp en openbare plek. Hij ging niet vragen of het stadsbestuur er al toe waren. Hij handelde direct. Hij handelde grondig, zodat tot het as toe de reformatie werd doorgevoerd. Zie je nu hoe Josia’s gepassioneerde geloof in lijn was met de (oogschijnlijk ongemanierde) rechtstreekse wijze van profeteren van Hulda de profetes? Als vandaag de boodschap is: De komende tijd stort de economie heel diep in, er zal een burgeroorlog in Nederland dreigen te komen, vrijheden zullen je worden ontnomen en je mag niet meer zelf beschikken over je bezit, geld en aankopen, de kerken gaan voor onbeperkte tijd dicht en de te korten zullen op alle primaire vlakken enorm oplopen. Wat doe je dan? Dit is helemaal geen ondenkbare situatie. Historisch gezien is de kans zeer hoog dat dit uitkomt. En dan reken ik zonder de profetie. Wat doe jij dan?
De persoonlijke boodschap voor Josia
Josia krijgt tot troost te horen dat hij jong zal sterven, zodat hij niet hoeft mee te maken dat dit in vervulling gaat. Weet je wat Josia’s reactie is? Hij gaat verder waar hij gebleven is: Zijn leven aan God wijden, de tempeldienst bevorderen, gebouwen renoveren (ook al weet hij dat het straks wordt verwoest) alles wil hij voor zijn God in opperste conditie hebben. Niet alleen de tastbare producten, want hij liet zelfs alle oorspronkelijk instrumenten in de tempel terugkomen door ze te laten maken, maar hij blijft inzetten op de verandering van de mensen. Want met een tempel kan je God niet dienen, als men niet met vreugde opgerekt naar het huis van God, om Hem daar te loven en te offeren, dank uit te spreken en hun verbond met God te vernieuwen. Luther zei ooit eens: Als Jezus morgen terugkomt, poot ik vandaag een appelboom. Dat is exact de houding van Josia. Hij wilde van dag tot dag in de vreugde van de Heere leven. Elke dag moet mooier voor de Heere zijn, dan de dag die achter ons ligt. Zodra Josia zou gaan denken: Maar als ik nu de tempel opknap, kan die nog wel een tijdje dienst doen. Maar hem weer helemaal met goud overdekken en allerlei kunstzinnig snijwerk laten maken, wat jaren in beslag neemt, is toch wel dwaas. Want ik ga spoedig dood en daarna wordt dit allemaal verwoest. Dat is zonde van de inspanning en het geld. We kunnen God uiteindelijk toch prima dienen in de opgeknapte tempel? Nee. Al zou de tempel maar 1 dag in zijn volle glorie zijn en gevuld met heel het volk en offers, dan zou hij daar zijn leven voor overhebben, omdat hij bij wijs van spreken, verlangde om de vreugde in Gods ogen te zien. Ik zal een zwak voorbeeld geven. Neem eens iemand in gedachten die je echt dolgelukkig kan maken met een bos bloemen. Nu heb jij heel goed opgelet en weet wat haar lievelingsbloemen zijn en welke opmaak ze het meest bewonderd. Jij besluit dit voor haar te laten maken en kost je 200 euro. Dan weet ik zeker dat het moment onbetaalbaar is en zij dit prachtige bloemstuk overhandigd krijgt. Onbetaalbaar. Maar dan, ga jij opeens denken: ‘Tja, het zijn bloemen in een stuk oase. Dat blijft een paar dagen mooi en dan gaat het dood. Eigenlijk ook zonde om dat ik daar 200 euro aan heb uitgegeven. Ik had beter een gouden sierraad voor dat geld kunnen kopen, dan had ze een blijvend iets gehad’. Op dat moment is dat onbetaalbare moment, toen ze ronddanste van vreugde en haar ogen straalde en ze je om je nek vloog, verbannen uit je geheugen. Negatieve gevoelens nemen de plek in. En dat sierraad was geen betere keus geweest. Ze zou je hebben bedankt en het misschien hebben bewonderd. Ze zou het bewaren, maar nooit had je dezelfde vreugde bij haar gezien. De herinnering aan dat moment is kostbaarder dan dat ze plichtgetrouw jouw sierraad zou gaan dragen.
En zo is het ook bij Josia en ook zo moet het bij jou zijn. Vandaag is de dag, dat jij je gezin gaat reformeren. Vandaag is de dag dat er een opwekking in jouw leven aanbreekt. Vandaag is de dag dat je gewoon gaat handelen, om dat moment te beleven. Het moment dat je de Heere Jezus in de ogen kijkt en je de blijdschap zie, omdat je Hem hebt begrepen en uit pure liefde hebt geleefd en gehandeld! Als de wereld morgen vergaat, bouw dan vandaag Gods tempel! Als je morgen wordt vermoord, vier vandaag dan met al je geloofsvrienden en gezin het Avondmaal. Als morgen de economie volledig instort, laad dan vandaag je auto vol boodschappen en deel deze uit. Vandaag is de dag van jouw getuigenissen. Vertel zoveel mogelijk wat God in jouw leven heeft gedaan, alsof het je laatste kans is. Josia verviel niet in depressie. Hij ging niet stil zitten. Nee, hij benutte elke dag om de beste dag voor de Heere er van te maken. En de volgende morgen ging hij voor een nog mooiere dag voor de Heere. Als je zo vreugdevol de Heere mag kennen, dan ben jij het gelukkigste kind van God hier op aarde. Laat Josia je tot jaloersheid verwekken. Maar volg ook het geloof van Hulda na. Leef in een directe, intensieve relatie met God. Spreek voortdurend met Hem en over Hem, zonder een ogenblik je eigen belang er in te wegen. Vele christen stemmen hun relatie met God af op basis van opvattingen en zijn bezig wat een ander van hen zou vinden. Maar zou jij in je huwelijk overwegen om alleen op vaste tijden met je vrouw te praten? Zou je dan in je bed stappen en de volgende dag opeens realiseren: O, ik heb gisteren helemaal vergeten om met mijn vrouw te spreken of je realiseren het al 36 uur geleden is dat je voor het laatst aan haar had gedacht? Nee, toch. Waarom ziet de relatie tussen christenen en God er dan vaak wel zo uit? Hulda onderscheide in haar relatie met God zelfs van de andere profeten en priesters. Welk een huwelijk zou gezond zijn, als je continu zou afwegen, tegen wie je spreekt over je vrouw en of je wel letterlijk haar woorden zou herhalen? Wees trouw aan de Heere, alsof je in een huwelijkse relatie zou leven in de getrouwheid, ongeremdheid en de directheid van Hulda de Profetes. Dan kan je het oordeel tegemoet treden en een opwekking vieren. Dan kan je feestvieren, terwijl de wereld in brand staat.
Amen