Vanmiddag hebben de geschiedenis van de verzoening van Jakob en Ezau besproken. Ontdek hoe deze, weinig begrepen, geschiedenis, de gehele wereldgeschiedenis omlijnt en hoe de Heere Jezus - zonder inpassing of vervangingstheologie - zelf verschijnt en alle lijntjes samenbind. Dwars daar doorheen loopt de gewetensvraag: Heb jij veel of alles? Lees, luister of kijk deze preek terug. En beantwoord dan pas de vraag voor jezelf.
Opname en Disclaimer
Deze preek kunt u tijdelijk terugluisteren of -kijken via deze link. Na verloop van tijd zal deze automatisch worden overschreven. Onderstaande preek is een preekschets. Deze kan afwijken van de opname, doordat de preek niet wordt voorgelezen, maar als leidraad geldt en tijdens de dienst wordt afgestemd op reacties voor of tijdens de dienst of als de Heilige Geest het anders leidt. Deze opname mag onverkort vrij worden verspreid, mits dit van te voren is gemeld en wordt verwezen naar www.GeopendeDeur.online
Zingen: Zegen mij op de weg die ik moet gaan
Schriftlezing: Jakob's ontmoetingen
Genesis 32 en 33 gedeeltellijk >>>
Zingen: Zegen mij op de weg die ik moet gaan / Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer'
Inleiding
Vorige week zondag hebben we stil gestaan bij de rijkdom van beschermengelen, in de Bijbelse zin van het woord. We hebben daarin geleerd dat de Heere bij de spraakverwarring 70 beschermengelen toewijst aan de 70 stamhoofden uit Noachs geslacht en dat deze 70 volkeren te samen Gog en Magog zijn genoemd. Elk volk, of eigenlijk toen elke taal en later werd dat elke cultuur, kreeg een beschermengel. Aan het eind van de Thora meld Mozes dat Israel werd uitgezonderd, dat God zelf Israel uitkoos als Zijn volk. Elk volk heeft 1 engel, maar Israel was uitgezonderd, want naast God, wordt Michael – de aanvoerder van de hemelse legermachten en het hoofd van de beschermengelen – aangewezen als Gods adjudant als het om de bescherming van Israel gaat. Ook Jakob heeft zijn beschermengel ontmoet. Sterker hij heeft er mee geworsteld. Om uiteindelijk te ontdekken dat God zelf de beschermengel was die hij heeft ontmoet aan de zijrivier van de Jordaan: de Jabok. Vandaag wil ik stilstaan bij het ontvangen van Gods zegen. En daarbij wil ik jullie aandacht bepalen bij drie punten:
- De diepte van de dubbele ontmoeting
- De zegen in Gods algemene genade
- De zegen in Gods bijzondere genade
Boven deze punten zetten we de centrale vraag: Bezit jij veel of alles? Dit betekend niet dat ik tot het oneindige stil ga staan tussen de antwoorden van de broers. Om de waarde van hun woorden te vatten, moeten we het in het licht van de worsteling bij de Jabok plaatsen. De ware Bethel: een huis Gods. En weet je wanneer God de grootste zegen bied? Op de dag dat de duisternis het grootste is geworden. Jeremia spreekt hierover bijzondere profetie uit. Bijzonder, omdat deze profetie pas stopt zich te herhalen als Jezus is teruggekeerd op aarde, we lezen hierover:
‘‘Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden. Op die dag zal het geschieden, … zij geen vreemde meer zullen dienen, maar zij zullen de HEERE, hun God, en hun Koning David, Die Ik hun zal doen opstaan. … Ik ga u verlossen …, want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen, want Ik maak een vernietigend einde aan alle volken waarheen Ik u verspreid heb, maar aan u zal Ik geen vernietigend einde maken. Ik zal u bestraffen met mate, maar u beslist niet voor onschuldig houden.’ Jeremia 30:7-11 David betekend de geliefde en de Geliefde Koning is voor Israel, niet de duizenden jaren geleden gestorven koning, maar: de Messias. Nooit zijn alle volken verwoest en Israel in zijn volle breedte teruggekeerd. Deze terugkeer is echter nu wel gaan. Maar vandaag wil ik ver teruggaan in de tijd naar de dag dat Israel werd ‚geboren‘.
1. De diepte in de dubbele ontmoeting
1.1 Het teken van het kruis
De aartsvader Jakob heeft 22 jaar Laban moeten dienen. Evenveel als het aantal letters van het Hebreeuwse alfabet. Het oude Hebreeuwse alfabet eindigt met de Taf, wat als teken een kruis had. Het kruis was het teken van – niet het einde, zoals je zou verwachten – maar het teken van een nieuw begin. Een kruis noemen wij ook wel rekenkundig ‚keer’. Dat is zowel vermenigvuldigen als omkeren: een keerpunt. Hetzelfde teken gebruiken we ook als een markeerpunt. Denk maar aan de geliefde piraten schatkaart. Alsook de manier keuzes te markeren, zoals op een menukaart of stembiljet. En je zult zien dat al deze beelden in dit ene verhaal liggen. Dat teken van het kruis, de taf, is niet vergezocht en relevant, zoals zal blijken.
We lezen van meerdere nieuwe beginnen in Jakobs leven: bekeringen. In enkele dagen tijd, mogelijk binnen 24 uur, gaat Jakobs leven diverse keren op zijn kop, totdat hij volledig op zijn plek is. We hebben gelezen dat Jakob worstelt met God aan het punt van een nieuw begin. Maar daaraan vooraf is een andere goddelijke ontmoeting en keerpunt in zijn leven.
Als een gewapend conflict is afgewend, ontmoet Jakob een leger van engelen in Mahanaim. Nadat hij deze goddelijke openbaring heeft gehad, verlangt hij opeens zijn broer te zien, die zijn bloed wil zien. Deze ontmoeting veranderd iets in hem. Ook al is zijn benadering nog fout. Jakob wil eerst Ezau’s vergeving verdienen, maar dat lukt niet. Ezau gaat hem met 400 man Jakob tegemoet. Ik hoop dat jouw broer niet met 400 man op de koffie komt, want dan weet je dat er geen goede bedoelingen meer zijn. Opnieuw dreigt er een slachtpartij. Ezau’s vergeving komt pas als Jakob eerlijk wordt en zegt wat zijn intenties zijn. En weet je wat nu zo wonderlijk is, Ezau is onbewust een profeet, want 400 is de getalswaarde van die laatste letter, de taf: het kruis. Jakob was eerst alleen maar God gehoorzaam om naar Kanaän te trekken. Hij had er geen behoefte aan, het was Gods wens en zijn bevel. De eerste zegen die Jakob ontvangt op zijn gehoorzaamheid is dat plicht veranderd in verlangen. Jakob doet een aantal dingen:
- Hij wordt nederig en dankbaar
- Hij herinnert God aan Zijn beloften
- Hij gehoorzaamd tegen de redelijkheid in
1.2 Het teken van verzoening - Seir
Opvallend is hoe dit verhaal doorregen is van dubbele lagen, die je makkelijk kan missen. Zoals ik eerder heb laten zien zijn letters, getallen en beelden in Hebreeuws aan elkaar verbonden. Zo geeft Jakob aan Ezau een geschenk van 580 dieren ter verzoening, naar exact de getalswaarde van zijn land waar hij woont: Seir. Weet je wat Seir betekend? Behaard. Het kenmerk van Ezau en het startpunt van Jakobs eigenzinnig handelen, waarmee hij Gods zegen zelf alvast wilde veiligstellen, terwijl hij die zonder zijn moeders toneelstukje ook had gekregen, naar Gods belofte. Het startpunt van hun ruzie is ook het eindpunt ervan geworden. Nu moet je altijd letten op de lijnen in de Thora. Op de Grote Verzoendag, werd de zondebok naar Seir gestuurd. En welk muziekinstrument werd dan gebruikt? De Sjofar en de getalswaarde van Sjofar is 580! Het is daar aan de Jabok – aan de grens van de vergeving - dat Jakob worstelt met God. Ja, we kunnen met zekerheid zelfs zeggen dat dit God de Zoon was, daar er staat hij vocht met een ‚ish’. Dit Hebreeuwse woord kunnen we alleen vertalen als manlijk mens. Maar later zegt Jakob: Ik heb God gezien. Mens en God is Christus. Maar waarom dan aan de Jabok? De letterlijke betekenis van Jabok is niet dat het de letters van Jakob verwisselen is, dat is een leuke, maar zinloze constatering, maar de betekenis is: Ontledigen of leeglopen. Jakob moest hier leren eerst alles kwijt te raken. Even als dat Christus zichzelf heeft ontledigd, door de gestalte van een mens aan te nemen Fillipenzen 2:6-7 en Zijn godheid af te leggen.
1.3 Het teken het offer en verbond
En wat gebeurt er in dat gevecht, als Jezus en Jakob in een gelijke strijd blijven na uren worstelen? Dan staat er dat Hij hem aan de heup sloeg. Dat vertalen we dan met ‚zijn heup beroeren‘, maar er staat het werkwoord ‚naka‘ en dat is ‚slaan‘. En dan heb je het niet over wat je normaal bedoeld met iemand een klap geven. Het het krachtig aanraken met beleid. Dezelfde woordkeuze wordt gebruikt voor het blazen van de Sjofar op Rosh Hasanah, het Joods nieuwjaar, de Sjabat en Sukkoth-feest. Het symbool van strijd en verzoening. Het nieuwe begin. Als verzoening ons nog niet bij Jezus doet uitkomen, dan zeker in de andere twee betekenissen, namelijk het vastslaan van nagels of met een speer doorboren. Op wie heeft het ‚slaan’ ooit voller betekenis gehad? Nu is er iets wat je moet weten: In de tabernakel- en tempeldienst heet de zuidzijde van het altaar ‚het aangezicht’ en de noordzijde ‚de heup’ van het altaar. Leuk om te weten, maar waar is de relevantie? Offers mochten niet zomaar op een willekeurige plaats van het altaar worden gebracht. Daar werd een exacte plaats door God voor aangewezen. Weet je welke offers er aan de noordzijde, aan de heup van het altaar moesten worden geofferd? Het zondoffer en het schuldoffer. En waar werd de Heere Jezus aan het kruisgenageld als zond- en schuldoffer voor Zijn geliefde kinderen? Aan de noordzijde van het altaar, buiten Jeruzalem, op Golgotha. En helemaal aan het einde van de Bijbel in Openbaringen 19:16 lezen we dat op Christus heup geschreven staat: Koningen der Koningen en Heere der Heren. Weer eindigt dit in de vervulling in de Heere Jezus. Als men een verbond sloot legde men de hand op elkaars heup. Zoals soms nog gebeurt bij een huwelijk sluiten. Zoals in andere culturen men elkaar onderarm vastgrijpt of bij ons elkaar de hand drukt. Tot slot wijs ik nog op 1 opmerkelijke woordkeuze. In het Hebreeuws staat niet dat zijn heup ontwricht werd, maar dat zijn heup hing. Ga je in de Thora zoeken naar dit woord, dan kom je uit bij slecht 2 teksten, die gaan over de vervloeking over wie aan een hout wordt opgehangen. Dit ene verhaal vat bijna de gehele Bijbel samen, met Christus als middelpunt. Zie je nu waarom er staat dat Jezus de Wet moest vervullen. De Wet is de aanduiding voor de gehele Thora en niet alleen de geboden en verboden. Daarom zijn al die verhalen in het begin van de Bijbel zo belangrijk. Zij leggen niet alleen de basis van de wereldgeschiedenis en het ontstaan van de bevolking van het Midden-Oosten. Nee, deze verhalen zijn ook profetisch.
Waarom wijs ik jullie nu op de stortvloed van symbolen in dit verhaal over de verzoening van Jakob en Ezau en de worsteling aan de Jabok? Omdat dit de kern van het verhaal is. Gehoorzaamheid, overgave en verzoening, wat wordt beantwoord met genade. Deze hele lijn uit dit verhaal komt ongekunsteld uit bij Jezus Christus lijden op Golgotha. In Zijn gehoorzaamheid heeft Hij zichzelf ontledigd, overgegeven aan Zijn lijden en sterven, zodat er verzoening zal komen tussen de mens en Zijn Vader. En dat alles uit genade. Onverdiende verzoening met een Nieuw Verbond tot gevolg.
2. De zegen in Gods algemene genade
2.1 Seir
Maar niet iedereen zal handelen na wat Christus heeft gedaan en dat zien we dan ook duidelijk terug in het gesprek tussen Jakob en Ezau. Ezau is in Seir gaan wonen, trekt rond als jager en woestijnrover met zijn leger. Vermoedelijk is hij hierdoor schatrijk geworden. Hij heeft zich verbonden met Ismael die tot een zeer gewaardeerd nomadenvolk van slaven-, specerijen- en kledinghandelaren is geworden. Ezau kon gemakkelijk zijn roof omzetten in bezit dat hij nodig had, via Ismael, zonder dat hij als een boer of herder hoefde te werken. Als het waren werd Ezau met zijn familie, militairen en slaven een soort woestijnpiratennest. Hij werd machtiger dan de koningen van Kanaan, die slechts koning waren van bepaalde steden, terwijl Ezau het gehele Seir-gebergte tot zijn bezit had toegeëigend.
2.2 De zegen van Ezau
En al deze verhalen draait om 1 woordje ‚zegen‘. Tot 10x toe! Izak had aan Ezau een grote zegen gegeven en de uitwerking daarvan was niet gering. Ezau groeit in een no time uit tot een machtig en rijk volk. God was trouw aan zijn verbond die hij met Izak had gesloten. De zegen die Izak ontving ging over op zijn zonen. Niet alleen op Jakob die Israel hierna wordt genoemd. Op het eerste gezicht lijkt Ezau er beter uit te komen, net als dat Ismael beter lijkt te boeren dan zijn broer Izak. Hij kan zich vestigen, steden bouwen en rijkdom vergaren. Jakob daarentegen heeft geen vaste woonplaats en bezit voornamelijk veel vee en, wat destijds meewoog, had hij 4 vrouwen en minimaal 12 zonen en een dochter. Ezau had ook verschillende vrouwen. En je zie zelfs dat Ezau een vorstendom ontwikkeld met een afwijkende en doordachte monarchie. Totdat Saul koning wordt over Israel, volgt nooit een zoon zijn vader op als koning, maar steeds is de nieuwe koning de man met de grootste invloed en de grootste prestaties. Dit bleek een vele malen gezonder beleid te zijn dat de incestrijke troonopvolgingen in Egypte en andere landen. Als het ware heeft Ezau het systeem van een republiek met een gekozen koning uitgedacht. Geen enkele vorst, maakte naam als een slappeling, luilak of onnozele. Ezau werd dus zowel gezegend in zijn bezit als ook in zijn enorme kennis en wijsheid als jager, rover, handelaar, militair- en politiekstrateeg. En daar is Ezau ook niet blind voor. Als hij Jakob ontmoet wijst hij zijn broers cadeaus af. Hij heeft alles wat hij nodig heeft en anders fixt hij dat wel. Daar heeft hij zijn broertje niet voor nodig. Zo kunnen wij ook alles van God ontvangen en ons bezit en kennis terugvoeren op onze inspanning en prestaties. Daarmee kunnen we God aan Zijn plaats laten. Ezau houd zijn woord naar Jakob en toont later ook dat hij sympathiek het verleden ook echt achter zich laat. We zouden zeggen dat hij een goeie vent bleek te zijn.
2.3 Ik heb veel
Met recht kon Ezau dus ook zeggen: ‚Ik heb veel‘. Maar uit de conclusie ‚ik heb veel‘ vloeide ook voort: ‚ik heb jou en je geschenken niet nodig‘. Sterker nog Ezau is er van overtuigd dat Jakob hém nodig heeft. En daar houd Jakob wijselijk de boot af. Ezau wensde niet iemand boven hem. Maar even als in de Franse Revolutie, bracht dit ook het tweede met zich mee: ‚Geen God en geen koning!‘ God sprak bij monde van de profeet Hosea later: Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is. Omdat ú de kennis verworpen hebt, heb Ik u verworpen om als priester voor Mij te dienen. Omdat u de wet van uw God hebt vergeten, zal Ik ook uw kinderen vergeten. Of zoals andere vertalers het formuleerde: Mijn volk gaat door onwetendheid verloren. Hosea 4:6 En dit is exact ook de tijdgeest van het heden. Maar nu gaat het niet om 1 volk, maar 70 volken die de onwetendheid lief hebben gekregen. Nu is er een deel van de bevolking die zich wakker noemt en soms beter ziet wat er gebeurt als christenen die de profetie kennen. En toch regeert onder hen de geest van Ezau: ‚Ik heb veel mijn broeder! En ik heb geen God en meester nodig‘. Toch kan je nooit ontkennen dat God Ezau zegende. Uit Izaks mond gaf God Zijn zegen aan Ezau en bleef trouw ook al verkoos Ezau willens en wetens de weg tegen God in, om bewust zijn ouders te tergen en op hun ziel te trappen. Ezau heeft later wel zijn gedrag veranderd, maar nooit zijn leven. Ezau’s zegen eindigde helaas bij zijn dood. Hoewel Ezau meer aards bezit had dan Jakob, was hij met veel, ellendig arm.
3 De zegen in Gods bijzondere genade
3.1 Ik heb alles
Maar dan volgt Jakobs antwoord. En wederom is het de vlijmscherpe spaarzame bewoording van Jakob waarin de waarheid als de donder klinkt: Aanvaard toch mijn geschenk, dat u gebracht is, omdat God mij dit in Zijn genade geschonken heeft, en omdat ik alles heb! Genesis 33:11 Let er eens op dat Jakob zijn antwoord in tweeën splijt op een taalkundig messcherpe wijze. Hij benaderd eerst Ezau in wie hij is: Een man van deze wereld. Een materialist. Nu lijkt alles in Jakobs leven een competitie te zijn. Alles lijkt te draaien om baas boven baas. Ezau wijst Jakobs zeer riante geschenken af. Dat vind Jakob niet leuk. En wie de geschiedenis van Jakob kent, weet dat Jakob door slimheid en bijgeloof zijn riante bezit heeft verworven. En daar bovenop vraagt hij dan Gods hulp. En dan zien we dat er daar aan de Jabok een verandering in Jakobs denken is gekomen. Jakob is gaan realiseren dat niet is ‚zijn inzet + Gods zegen‘, maar ‚Gods zegen = zijn goede inzet als gevolg - zijn dwaasheid‘. Jakob moest leren dat Gods wiskunde met genade, wat anders in elkaar stak dan zijn wiskunde met zijn eigen capaciteiten. En nu hoeven we daar niet op neer te kijken.
3.2 Starten met God en niet alleen eindigen met God
Ik weet nog dat ik aan het begin van mijn carrière een hele gave baan had in mijn beleving. Ik beging een zonde door een goed te praten diefstal te plegen bij mijn werkgever, die hem geen cent heeft gekost, maar mij wel voordeel opleverde. Toen hier een vermoede van rees, heb ik God gesmeekt dat dit goed zou komen. Inderdaad kwam het nooit verder dan een vermoeden en ik behield mijn baan. Ik hield dat voor een gebedsverhoring. Totdat mijn contract zou worden verlengd en ondanks dat ik de beste verkoopcijfers van het personeel had, raakte ik mijn baan kwijt. Ik was verward en begreep niet waarom God mij dit liet overkomen. De dominee vroeg toen aan mij: ‚Heb jij deze baan van God gekregen?‘ Dat leek mij wel. Hij vroeg: ‚Heb je er om gebeden?‘ En diep van binnen wist ik dat ik dat niet had gedaan. Maar toegeven wilde ik het niet, maar moest natuurlijk eerlijk zijn tegen een dominee, dus ik zei: ‚Ik heb God er wel voor gedankt!‘ Hij doorzag mijn diplomatieke antwoord en zei alleen nog: ‚Dan weet je ook waarom er geen zegen op rust. God kwam als laatste aan de beurt‘. Dat was voor mij een enorme levensles. Een levensles die Jakob aan de Jabok leerde. God hobbelt niet achter jou aan, maar jij moet God volgen. Je moet leren wat het betekend om met God te worstelen en te bidden: Ik laat U niet gaan, tenzij U mij zegent! Genesis 32:26 Dan leer je pas ook Zijn genade herkennen. Dat wil niet zeggen dat je niet publiek zijn genade benoem en Hem er voor dank. Maar door de verkeerde bril op te hebben, zie je Gods volle genade niet. Daarom is het opmerkelijk dat Jakob nu zegt: ‚God heeft mij dit in Zijn genade geschonken‘. Daar bleef niks meer van Jakob over, maar alleen Gods genade. Jabok werd waarheid: Ontledigd. Ik denk niet dat Ezau de diepte van Jakobs antwoord heeft verstaan. Evenmin dat de wereld dit antwoord niet verstaat. Sterker Jakob verstond de diepte van Gods genade zelf niet, maar het was Israel die het inzag. En menig christen staat aan de ene zijde van de Jabok waar zij nog Jakob heet. Maar ben jij - door met God te worstelen - aan de andere kant van de Jabok gekomen, als Israel? Beantwoord die vraag niet gelijk, maar overdenk eens over deze vraag in deze week. Vraag niet om Gods zegen na je werk, maar vraag welke weg God gaat zegenen.
3.3 Het is niets uit ons en al uit Hem
En dan volgen 4 woorden die niet meer uit de mond van Jakob komt, maar uit de mond van Israel. 4 woorden die het verschil tussen hemel en aarde vormen. 4 woorden die je alleen kan uitspreken als je met God heb gestreden en niet heb losgelaten. 4 woorden die met goud in de Bijbel zijn geschreven: omdat ik alles heb. Heel letterlijk zegt: Ik ben heel/compleet. Daarmee zegt hij gelijk tegen Ezau: ‚Jij hebt nièt alles. Je bent nog incompleet. Je bent nog geen geheel geworden‘. En hier heeft hij het niet meer over het materiële, maar het immateriële. En let eens op de volgorde van deze zin. Hij zegt niet eerst: ‚Ik heb alles, omdát God mij dat in genade gegeven‘. En ook niet: ‚Ik heb alles én God heeft mij dat in genade gegeven‘. Nee hij zegt: ‚God heeft mij dit alles in genade gegeven én daar boven op ben ik heel. Om het naar wiskunde te brengen: Ezau bezat veel. Laten we zeggen dat zijn bezit het getal 5 is. En zijn genialiteit en macht 4, dan is zijn som 5+4=9. Jakob weet dat hij materieel minder dan Ezau heeft en weet dat zijn bezit 4 is. Maar hij heeft het eerstgeboorterecht en daarbovenop de grote zegen. Dat geven we ook een waarde 4. Dan is Jakobs leven 4+4=8, als God geen rol in zijn leven zou spelen. Dan geven we God de getalswaarde 2. Als Jakob zou hij hebben gezegd ik heb alles, want ik ben 4+4+2=10. Ik ben dus compleet. Nee, hij erkend gewoon dat hij 4+4 blijft. Hij is incompleet. Maar God is geen 2, want God is volmaakt. God is reeds de complete waarde 10. Daarom kan hij als Israel zeggen ik ben 10+4+4=18! Overcompleet kan je nooit worden. Meer dan 100% drinken kan niet in je glas. Door God voorop te stellen, valt al Jakobs werken af. Als hij Paulus had gekend hadden ze elkaar de hand geschut en tegelijk gezegd: Uit genade ben ik zalig geworden. En dat is niets uit mij, maar het is alles Gods gave! Efeze 2:8 Kersvers erkent Israel: ‚Ik heb alles, want ik ben vervuld van God‘. Daar veranderde Jakob in Jabok. Daar in de Jabok is Jakob in de dood ten onder gegaan, toen God zijn heup sloeg. Toen kwam in het leven Israel er uit. Zie je hoe de naam Jabok waarheid werd: Geheel geledigd! Maar ook geheel vervuld. Eindelijk compleet. Hij zou met Paulus een duet moeten zingen: Wij zijn met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden zijn opgewekt in een nieuw en volmaakt leven.Romeinen 6:6-9 Sherlock Holmes zou zo’n wand vol foto’s, brieven en kaartjes prikken en uiteindelijk alle rode draadjes naar 1 punt verbinden. En als hij nu alle bladzijdes uit de bijbel zou scheuren en aan die wand prikken, dan is er geen andere optie, dan dat uiteindelijk alles uit komt bij het centrum van de waarheid, waar slechts 2 post-its hangen: Jezus Christus en Gods genade! Weet je wat zo mooi aan Gods wiskunde is, dat het niet uitmaakt hoe succesvol je bent. Jakob was behoorlijk succesvol, want hij werd een vorst genoemd. Misschien geef jij jouw leven maar een 2. Als jij met God in de Jabok hebt gestreden en overwonnen en Hij je naam heeft veranderd, dan is de som geworden 10+2=12. En meer dan 10 worden we nooit. Dan eindig je op hetzelfde resultaat als Israel: Ik heb alles!
Dan eindig ik met de dichtregels die ik vast eerder heb aangehaald:
Het is niets uit ons en al uit Hem, zo reist Zijn volk naar `t Nieuw Jeruzalem.
Zingen: Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer'