Weblog en Laatste Nieuws van de Geopende Deur

Dadel: Wees standvastig en sterk

Dadel: Wees standvastig en sterk

Deze preek zou worden gehouden op 1 oktober, de afsluiting van het Soekot of Loofhuttenfeest dit jaar. Door ziekte werd dit 8 oktober. Een Sjabbat die geen enkele Jood zal vergeten. Toen de afgrijzelijke aanval op de staat Israel werd gepleegd en een oorlog in luidde. Gelijk nadat het verlangen was uitgesproken naar de komst van de Messias. Lees voor jezelf hoe dit alles te maken heeft met de volgende vrucht van Israël: De dadel! En dat dit alles te maken heeft met de intocht in Jeruzalem en de toekomstige verlossing en Vrederijk. 

Schriftlezing

Psalm 118

Deze psalm wordt op het Loofhuttenfeest of Soekot in beurtzang gezongen in de synagoge en destijds in de tempel. Daarom hebben we de psalm in deze verdeling in onderstaande afbeeldingen weergegeven.

Zingen: O Kerk, sta op

 

De opname van de preek zal afwijken van de tekst. Dit is normaal al het geval omdat het de preekschets is, maar deze preek is een week later gehouden dan verwacht, daarnaast brachten de actualiteiten ook enige verandering in het gesproken woord.

Inleiding

Weet je hoe ik de voorbereiding van een preek begin? Uiteraard met gebed en dan vraag ik of God mij wil wijze waar het over moet gaan. Soms heeft God dit al van te voren kenbaar gemaakt, maar soms weet ik het echt niet. Het is wel eens gebeurt dat ik vrijdags nog geen antwoord had en ik dus tijd te kort kwam, daar ik toch 2-3 dagen er aan wijd. Maar als het duidelijk is, neem ik de tekst voor mij. Ik lees het hele hoofdstuk. Bepaal daarna of het hoofdstuk ook wel het perikoop is (het gedeelte waar de tekst begint tot waar het eindigt). Dat bepaald hoe ik de tekst moet lezen. Daarna ga ik naar de Hebreeuwse of Griekse tekst toe en vertaal het vers opnieuw. Woorden die er uitspringen neem ik extra onder de loep. En daarna ga ik op zoek waar dit woord in de Bijbel elders wordt gebruikt. Dan leer je vaak veel beter de betekenis kennen. We zijn nu bezig met de ‘7 vruchten van Israël’. En als je nu een concordantie of de Bijbel-app er bij pakt, zul je zien dat de vrucht van vandaag, de dadel, maar 3x voorkomt in de Bijbel. Dat biedt niet veel inspiratie. ‘Dadelpalm’ dan maar eens opzoeken! Dat levert meer op, maar eigenlijk alleen in de visioenen van Ezechiël, als hij de Messiaanse Tempel ziet. Zeker niet oninteressant, maar veelzijdige informatie biedt het ook niet. Mogelijk voor een andere dienst om eens in te verdiepen.

Tamar

Hoe kan dat, als het blijkbaar wel zo belangrijk is? Dat is dus een taalprobleempje. Ten eerste wordt er heel vaak over de dadelpalm in de Bijbel gesproken, maar vaak alleen maar vertaald als palm of boom. Dan wordt het Hebreeuwse woord ‘tamar’ gebruikt. Een woord dat je mogelijk alleen maar kent als naam van de schoondochter van patriarch Juda en de dochter van David. In de tweede plaats worden er ook allerlei synoniemen gebruikt. Waarvan wij er één wel herkennen. Want wat noemen wij ook een palm? De binnenkant van je hand. En dat woord wordt op allerlei wijze vertaald in de Bijbel: hand, voet, handpalm, dragen, beschermen, rijken, grijpen, tasten, verheffen enz. En dan moeten we uitkijken niet in een zandbak te belanden, maar de verbanden gaan zien en er in schat graven. Al die verbanden kan ik nu niet gaan leggen, want dan hebben we nog 3 zondagen nodig.

De betekenis van dadelpalm of tamar kan ook rechtop-staan betekenen. En dat is niet gek. Want laten we eens kijken naar zo’n palmboom. Zo lang deze levend zijn, zijn ze kaarsrecht. Misschien staat hij wel wat scheef, maar niet krom. Dit in tegenstelling tot de Europese loofbomen. De boom rijkt als het ware naar de hemel, waar God is. Mensen die op God zijn gefocust, godsdienstige mensen, worden veelal als zwak gezien. Maar zie hoe de natuur dit logenstraft. De dadelpalm is één van de sterkste bomen ter wereld. Ondanks dat hij vaak geen imposante omvang heeft, is zijn lengte ongekend. In Nederland zal hij slechts enkele meters lang worden. In het Caraïbisch gebied een meter of 13, maar in het Midden-Oosten wel 25 meter. Waarom is daar zo’n verschil in? Wel de gnostici en alchemisten strooien graag met de uitdrukking: “zo boven, zo beneden” De iconische uitspraak van Hermes. Maar een waar woord. De lengte heeft namelijk alles te maken met zijn diepte. Hij groeit in de hoogte, nadat de wortels de diepte ingaan. Gods Woord zegt dat de rechtvaardigen zullen groeien als de dadelpalmen en ceders op de Libanon. Ex 27:5

Kracht uit de diepte

Nu moet je weten dat de Libanon een enorme bergketen is. Hoewel hij groen is, is de bodem rotsachtig en bedekt met een laagje aarde. Toch staan - en helaas moeten we tegenwoordig vooral zeggen: stonden – daar reusachtig veel oeroude bomen. Om te groeien hebben ze water nodig en dat valt niet uit de rotsen te halen. Een boom heeft enorm veel water nodig. Een beuk gebruikt zo’n 10.000 liter water per dag. Nu valt dat bij ons aan de oppervlakte te halen, door de hoge grondwaterstand. Maar op een berg en zeker op een rots kan dat niet. Hoe kunnen die bomen dan groeien op de Libanon. Wie daar op excursie gaat, kan onder en door de Libanon heen trekken, doordat daar grotten onder zitten. Deze worden op vele plekken doorboord door enorme boomwortels, die dwars door de berg en de rotsen heen, in de diepte naar water zoeken. Nu mag ik aannemen dat elke echte gelovige wil groeien in het geloof. Wie zou niet dicht bij onze God willen leven. Maar daarvoor heb je leven nodig. Je zult de diepte in moeten. Graven in je zelf. Graven in Gods Woord. Je zult door rotsen heen moeten dringen. Je zult op weerstand stuiten. Als die bomen genoegen nemen met de natuurlijke weerstand van de rotsen, dan zullen ze al snel verdorren. De Europese loofbomen groeien niet naar de diepte. Niet verticaal, maar horizontaal. Zo zien we ook dat er vaak wordt gedacht dat intensief leven met God, niet samen kan gaan met een aardse toekomst. Op één of andere manier, denkt men dat de mens geen twee dingen tegelijk kan. Maar dat is niet waar. Een intensief geloof is een verticale verbinding tussen hemel en aarde. Je leven hier op aarde is een horizontale verbinding. Maar wie oppervlakkig geloofd, mist diepgang. En dan zien we gebeuren wat er met de dadelpalm in Nederland gebeurt. Hij bereikt geen hoogte, omdat hij de diepte mist. Maar de Heere zegt dat de rechtvaardige moet zijn als een dadelpalm, die de diepte zoekt. Dwars tegen de verdrukking in. Dadelpalmen staan vaak dicht op elkaar. Als die wortels de diepte ingaan stuiten ze niet alleen op verzet van de rotsen (de wereld, tegenslag, lijden). Nee, ze stuiten ook op elkaar. Dat is veel pijnlijker, als zij elkaar gaan verdrukken. En leer dan van de natuur wat er gebeurt. De wortels van de dadelpalm gaat niet elkaar blijven verdrukken, totdat ze alle dood gaan, maar zoekt zijn eigen weg, door niet langer zijwaarts, maar rechtstandig alleen de diepte in te gaan. Zo kunnen de rechtvaardigen alleen in geloof en eenheid leven, als zij de diepte ingaan. Zij die oppervlakkig leven, zijn een verwoesting voor Gods volk.

Een hard hart of een harde barst?

Maar dit is niet het enige waar de dadelpalm zich onderscheid van de Europese loofbomen. Want wat is zo kenmerkend voor de loofbomen, naast dat ze zich oppervlakkig wortelen? Dat ze een zachte barst hebben en een hard hart of stam. Een dadelpalm echter heeft echter precies het tegenovergestelde. De dadelpalm heeft een keiharde barst en een hele zachte stam of kern. De loofbomen zijn dan wel imposant door hun omvang en vele loof, maar doordat hun barst zacht is kunnen vogels, insecten en schimmels makkelijk het hout binnen dringen. De barst van een loofboom, biedt maar beperkte bescherming tegen rotting. Ja, in sommige gevallen werkt het zelfs in de hand, doordat het open en onregelmatig van vorm is, blijft water en vuil er bijna onbeperkt binnendringen, groeien schimmels en paddestoelen op de ‘gezonde’ boom en wordt het harde hart van de boom aangetast, verliest het zijn blad en moet iedere keer weer opnieuw zich tooien, tot de aantasting te ver is en de boom het moet begeven. Hoe menigmaal roept de Heere ons op in Zijn Woord: “Verhard uw hart niet!” Heb 3:15, Ps 95 De oppervlakkige gelovige kan je vergelijken met een loofboom. Hij oogt succesvol en stevig. Maar zijn stevigheid komt vanuit zijn verharde hart. Uit zijn eigen kracht. Zijn barst is zacht. Hij is makkelijk te beïnvloeden. En toch zou hij zeggen dat dit niet waar is. Waarom? Omdat hij het als natuurlijk beschouwd dat hij zich blootstelt aan allerlei invloeden, die hij als normaal beschouwd. Insecten horen nu eenmaal te leven in zijn omgeving. Toch boren zij gaten in zijn hart. Hij vind het normaal dat de regen via het schors naar binnendringt, want dat heeft hij toch nodig. Maar hij vergeet dat het in de geboorde gaten drupt en rot te weeg brengt. Zo staat een oppervlakkige gelovige open voor iedereen die iets nieuws of vertrouwdst heeft te melden. Een boodschap die als kloppend voelt. Hij haalt zijn voeding uit wat een ander zegt, maar hij graaft zelf niet in de diepte. De levenssappen die via de wortel komen uit de diepte, die zijn zuiver. De boodschap via de makkelijke weg, hoeft echt niet allemaal leugen te zijn. Maar omdat hij het niet zelf onderzoekt in Gods Woord, in gebed, in geloof en niet graaft in zijn eigen hart en ziel, gaat hij het verkeerd toepassen. Hij pikt er uit op wat hem past. En als iemand ooit hem een schadelijke weg heeft voorgehouden, als een insect die zich in zijn stam ooit heeft gevreten, dan komt een ander woord, op de verkeerde plaats en brengt rotting te weeg. Besef je welk een dure roeping je hebt? Als je oppervlakkig gelooft en leef, bereik je geen diepgang, weinig weerstand, misschien wel veel omvang, maar geen hoogte. In een oppervlakkig leven, maak misschien wel meer carrière en vrienden, maar deze bevinden zich op de horizontale lijn. Van nature ziet de mens er liever imposant goddelijk uit als een loofboom, dan onaanzienlijk rijkend naar God.

De dadelpalm in hoogte en diepte

Maar zie ook dat de verticale lijn, naar God, de aardse horizontale lijn doorkruist. Zo’n loofboom is slechts imposant als je in de buurt kom, maar een dadelpalm zie je reeds van verre. Hoe groot dat verschil is, kan je wiskundig berekenen. Stel dat ik boven in een dadelpalm klim bij volledig helder weer en een lege vlakte, dan kan 18 km ver kijken. In tegenstelling tot een gemiddelde loofboom waar ik ongeveer 8 km. Dat maakt een ongelofelijk verschil van 20km zicht van links naar rechts. In de praktijk zal dit verschil veel groter zijn, want ik moet rekenen zonder loof. In de loofboom kijk ik omhoog en zie wat van de hemel en de rest blad en ik zeg: De hemel is niet zo veel, moet daar God zijn? Uit de palmboom zie ik de hemel van horizon tot horizon en boven mij is alleen de hemel. Boven mij is alleen en alles God! Zo is het ook al wij naar God toegroeien, dan worden we niet wereldvreemd. Nee, je zicht op de wereld groeit mee. En toch zegt men dat je dwaasheid spreekt. Waarom? Omdat je horizon veel wijder is. Je ziet wat zij niet zien. Een kind is een mens, maar een mens denkt vaak ook als een kind: Wat ik niet kan zien, dat is er niet. Het is of je beide in een boom zit. Boven in de dadelpalm zie jij een bos met daarachter een brandende heide. Het vuur raast met grote snelheid en steeds grotere omvang recht op het bos af. Maar degene die boven in de loofboom zit, kijkt tegen een bos aan en zegt: Je bent gek. De zon schijnt lekker en de reetjes lopen te vredig te grazen voor de bosrand. Daarom zegt Paulus: “Wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën van een zwangere, en zij zullen beslist niet ontvluchten.” 1 Thes 5:3 En als het vuur voort raast en de bomen bereikt, zal de loofboom zijn zachte barst direct vlamvatten en al het loof aansteken. Maar als het vuur de dadelpalm bereikt zal het vuur de harde barst wel schroeien en blakeren, maar niet er doorheen dringen, zich snel verplaatst en niet voldoende voeding vind. In de loofboom zal je het niet overleven, maar wel in de dadelpalm, daar je boven de vlammen bent verheven, omdat je hebt uitgestrekt naar de HEERE onze God.

Dadelpalm als uniciteit en eer

We zien in de Bijbel dat er vaak beelden worden gebruikt uit het dagelijks leven. Beelden die iedereen herkend. Zo zien we dus ook veel beelden over bomen. Nu zijn wij een land waar bomen talrijk zijn, maar in Israël is dat een ander verhaal. Een boom was een teken van zegen, veiligheid en zekerheid. Het biedt schaduw die kostbaar is in de hitte. In de Woestijn van Judea verbaasde wij ons over de weinige schaduw die 1 palmboom geeft. Daar kunnen uiterst 3 mensen van profiteren. Als Israël tijdens de woenstijnreis bij Elim komt, zijn daar 70 palmbomen. Een oase. Ik had het beeld dat daar de mensen even heerlijk konden neerstrijken en afkoelen. Maar van die 1,5 miljoen mensen konden slechts 200 mensen genieten van de schaduw. En toch toen wij daar overmand waren door de hitte, was het van levensbelang om ons voort te slepen, tegen alle uitputting heen, om voor even de schaduw van de dadelpalmen te bereiken. Hoe belangrijk deze bomen zijn, zien we doordat bijvoorbeeld wordt vermeld dat de profetes Debora, waar we een tijdje terug over hebben gesproken, woonde bij een dadelpalm Rich 4&5. Rachel wordt door Jakob, bij ‘de eik’ begraven, nabij Bethlehem Gen 35. De offerplaatsen voor de afgoden waren onder “elke groene boom”. Bijv 1 Kon 14:23 En zo zien we met regelmaat bomen aangeduid als een kostbare markering in het land. Zo heeft God de rechtvaardigen geplaatst als dadelpalmen van de gerechtigheid in deze wereld. Vroeger werd de uitdrukking gebruikt: ‘de Kerk zijn de kurken waar de wereld op drijft’. Even als de dadelpalm zijn ze misschien rechtlijnig, maar bieden houvast in alle onzekerheid. Zijn wortels zijn even diep, als dat de stam hoog is. Daardoor zijn deze dadelpalmen van gerechtigheid, onwankelbaar. Als de Heere zegt: “Ik heb u in Mijn beide handpalmen gegraveerd” Jes 49:15-16 dan gebruikt Hij hier hetzelfde woord als voor de dadelpalm. Net zo als dat we in het Nederlands ook hetzelfde woord horen. Wij kunnen slecht ons met de dadelpalm uitstrekken naar God, maar wij kunnen niet opklimmen tot in de hemel. God is het hoogste punt en heeft dus ook de diepste wortels. Niets geeft zoveel zekerheid, houvast, schaduw en veiligheid, als onze onwankelbare God. Daarom zegt de Heere Jezus: “Niemand kan, wie aan Mij is gegeven, uit Mijn handen rukken” Joh 10:29 Ja, dan kan je met volle overtuiging zingen: “Mijn leven is zeker in Gods hand. We leven altoos aan Jezus’ kant.” We hebben gezien hoe die wortels door rotsen van weerstand heen moeten dringen, om te kunnen drinken van het water. Maar verrijk dit beeld nu eens, als de Heere zegt door de mond van Paulus: “Zij dronken uit een geestelijke rots, die volgde en die rots was Christus (de Messias).” 1 Kor 10:4 Zo moeten wij vast staan in de Rots Jezus Christus, om te drinken van het Levende Water, dan in overvloed en voor niets beschikbaar is. Maar daarvoor moeten de wortels wel uitslaan, weerstand overwinnen en groeien tot in het eeuwige leven.

Israëls verbondenheid met de dadelpalm

Wat je waarschijnlijk niet weet is dat in Judea een geheel eigen ras dadels groeide. Op heel de aarde was er geen dadelsoort dat zoeter en sappiger was dan de Judese dadel. Toen keizer Vespasianus Israël geheel veroverde in het jaar 70, liet hij een munt slaan van een huilende vrouw onder een Judese dadelpalm, als symbool van het gevallen Israël. Maar toen de Joden werden weggevoerd uit hun land, stierven de Judese dadelpalmen ook uit. In de jaren ’70 vond de archeoloog Netzer een 2000 jaar oude kruik, met daarin zaden van deze dadelpalm. Onlangs is het de Israëliërs gelukt, om deze zaden te laten ontkiemen, zodat hij terug kan keren in de staat Israël. Kan het dus symbolischer zijn? Kan het nog duidelijker zijn dat God dit laat staan voor Zijn zegening?

De dadelpalm en Soekot of Loofhuttenfeest – het getal 7

Maar het speelt ook in een ander verband een grote rol in de geschiedenis. Je moet weten dat de palmtakken wel 6m lang kunnen worden. Twee takken is reeds voldoende om een comfortabele hut van te maken. Daarom zijn ze ook gelieft voor de viering van het Soekot of Loofhuttenfeest. En weet je wanneer ze dit feest vieren? Op de dag dat ik deze preek zou houden! Menselijkerwijs is het geheel toeval dat we toen precies zouden spreken over dit thema. Vorige week vrijdagavond bij het blazen van de Sjofar is het Soekot begonnen. Het Soekot is het 7e feest, dat in de 7e maand, 7 dagen lang wordt gevierd. Vrijdag gingen de Joden 7 rondes rond het altaar lopen en zongen 7x Psalm 118. In deze psalm zingen we over ‘de steen die de bouwlieden hebben verworpen, is tot een hoeksteen geworden’ Ps 118:22. Of eigenlijk tot een sluitsteen geworden. De Heere Jezus is heel duidelijk dat dit op Hem duidt. Mat 21:42-44 Mar 12:10 Luk 20:17 Weet je dat er geen vers in de Bijbel is die zo vaak is verklaard dat het hier om Christus gaat, als dit vers uit Psalm 118? Petrus verhaald hiervan in zijn toespraak tijdens de Pinksterdag Hand 4:11. Hij benoemd het in zijn 1e brief 2x 1 Pet 2:6-7. Paulus bevestigd het ook in de brief aan Efeze Ef 2:20. Hoeveel keer is dat? 7x!

De dadelpalm en koninklijke eer

En daarmee keren we terug naar hetzelfde moment dat we hebben besproken bij de vijgenboom, wat vooraf ging aan de tempelreiniging. Als Jezus als koning wordt onthaald in Jeruzalem spreidde mensen hun kleren uit op de straat, zodat de Heere over een loper de stad binnenrijdt op een ezel. De mensen beginnen met palmtakken te zwaaien, om de Koning van Israël als hun Messias te begroeten. Toen rees in mij de vraag op: Hoe deden ze dat? Oke, er zullen er vast een paar zijn geweest die vanaf een muur bij palmbladen konden komen en wat lenige jongens zijn misschien de bomen ingeklommen om takken van de bomen te halen. Dat lezen we ook, maar een massa mensen kan toch niet even die meters hoge bomen inkruipen? Nee, dat klopt. Het blijkt dat men voor de viering van het Pesach, palmtakken meenam naar Jeruzalem. Deze werden gebruikt bij de feestviering, om mee te zwaaien als symbool van overwinning. Via dezelfde route was kort te voren Pilates de stad binnengekomen en had de tempel geschonden. Nu komt Jezus de stad binnen en reinigt de tempel. Maar let eens op wat de mensen dan roepen: “Hossana, gezegend is Hij die daar komt in de Naam van de Heere!” Mat 21:8–11, Mar 11:8–11, Luk 19:36–44, Joh 12:16–19. Waarom gebruiken de mensen blijkbaar dezelfde frase, om Jezus te begroeten? Omdat ze citeren Psalm 118: Psalm 118:26-27a: “Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. De HEERE is God, Hij heeft ons licht gegeven.” Zie je hoe alle puzzelstukjes in elkaar vallen: Soekot, Pesach, de intocht, de kroning, de overwinning, de tempelreiniging. Dit alles wordt in Psalm 118 bezongen. Deze psalm bezingt hoe de rechtvaardigen door de poort binnen zullen gaan en de HEERE in hun midden zal zijn. Hoe de vijanden hen omringen, maar dat zij overwonnen worden in de Naam van de HEERE. Drie weken geleden hebben we gezien dat de Messias, straks nogmaals door de poort binnen zal treden, om Israël te verlossen en dan zullen zij Hem herkennen en erkennen. Dan zullen zal heel Israël zich tot de HEERE bekeren en zalig worden. Dan zal genade en herstel komen, zoals was gesymboliseerd in de granaatappel. Ik denk dat het duidelijk mag zijn dat alles in elkaar grijpt. De zegeningen of vruchten van Israël, komen alle samen in de Messias. Als al deze profetieën zijn vervuld, zal het Nieuw Jeruzalem uit de Hemel neerdalen. Dan zullen alle heidenen toestromen en gebeuren van de apostel Johannes op Patmos zag: “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!” Op 7:9-10 Zie je hoe alles in elkaar grijpt?

De rechtvaardige is standvastig en flexibel als een dadelpalm

We hebben gezien dat de dadelpalm staat voor sterk, recht en standvastig. Deze begrippen wordt al snel in verband gebracht met starheid, zoals we vorige week bespraken bij de onbuigzame wijnranken. Maar ondanks de barst zo keihard is en de dadelpalm, zo rechtlijnig en standvastig, heeft hij een ander kenmerk. Hij is namelijk ook heel flexibel. Als een boom 30 meter lang is en onbuigzaam, zou hij breken in de storm. Maar de vezels van het hout zijn spiraalvormig, waardoor het alle kanten op kan bewegen. De rechtvaardigen kenmerken zich juist doordat ze niet star zijn. Als de wind blaast – en we weten dat dit Gods adem wordt genoemd of symbool staat voor Gods Geest – dan beweegt de rechtvaardige mee. Ongeacht uit welke richting de wind komt. Evenzo weten we ook dat de wind en storm symbool kan staan voor geweld dat wordt aangedaan. Als de levensstormen door ons leven loeien, moeten we niet kwetsbaar zijn, want dan zullen we breken. Maar als we star zijn, zullen we eveneens breken, als ons beeld niet meer blijkt te kloppen. Maakt dit de rechtvaardigen dan tot mensen die met alle winden meewaaien? Nee, absoluut niet. De dadelpalm buigt in de storm en blijkt flexibel te zijn en toch is hij letterlijk standvastig. Doordat zijn wortels diep zijn, veranderd hij niet van zijn plaats. De storm laat de dadelpalm wel zijn kroon buigen. En hoe verder hij naar beneden wordt gedrukt, hoe minder dicht hij nog naar de hemel rijkt. Maar zodra de wind afneemt, veert hij terug omhoog en altijd weer keert hij terug naar zijn hoogste punt en strekt hij zich opnieuw uit tot God. Aan de andere kant: Hoe hard de storm ook mag loeien en rukken, nooit en dan ook nooit zal de wind in staat zijn om de dadelpalm zo ver te laten buigen, dat zijn takken de aarde raken en daarin bekneld raken. De HEERE wil niet dat je breekt. Hij verlangt er naar dat je steeds weer tot Hem terugkeert. En Hij zal niet toestaan, dat je verstrikt zult raken in het aardse slijk.

De komst van de Vredevorst met dadelpalmtakken begroet

Ditzelfde zag het volk in de Heere Jezus. Ze bevonden zich continu tussen twee vuren van hen die een harde lijn voorstonden of waar je alle kanten mee op kon. De farizeeën waren rechtlijnig, star. De sadduceeën waren vrijdenkend. De zeloten stonden een harde lijn voor tegen de Romeinen, terwijl de Herodianen heulde met de vijand. De volgelingen van Hillel wilde uit de geest van de Wet leven en de volgelingen van Sjamai naar de letter van de Wet. En zo werd het volk continu in tweeën gesplitst. Maar Jezus bewandelde een vreedzame middenweg. Hij bond samen, wat samen behoorde te zijn, door beide kanten te bevestigen in wat ze goed deden en te bekritiseren waar ze dwaalde of hypocriet in waren. Juist in Jezus die zich niet met de politiek bemoeide, zagen zij de Vredevorst. Het nationalistisch gevoel bereikte met het Pesach vaak zijn hoogtepunt. En ongetwijfeld kwam de heroïsche gebeurtenissen van de Makkabeeën in hun herinneringen op. Toen Simon en Juda de Makkabeeën Jeruzalem binnenkwamen als de verlossers, had men ook kleding op de weg uitgespreid en palmtakken gegrepen om mee te zwaaien. Het was feest van overwinning. Maar in Jezus zagen ze meer gebeuren. Er werd gesproken over 1 Koning. Niet over 2 vorsten. En nu kwam Hij zoals voorzegt op een ezel aangereden. Ze hadden van de rabbijnen zo vaak gehoord dat de Messias op de Olijfberg zou verschijnen. En daar kwam Hij van de Olijfberg af, recht op Jeruzalem aan, op weg naar de Tempel. Alle kwartjes vielen op hun plek. Was er een betere gelegenheid om de dadelpalm van zijn takken te beroven, dan op dit moment? Ze hadden niet in de gaten dat ze te voorbarig waren. De tijd was nog niet gekomen. Jesaja had voorspeld dat de Knecht des HEERE eerst moest lijden en sterven. Ze wilde bevrijding, voordat het offer was gebracht. Daarom liep het voor het volk uiteindelijk op een teleurstelling uit. En toch geloof ik dat deze zelfde mensen straks de Zoon des Mensen zullen zien en vele van hen zullen Hem dan opnieuw mogen begroeten met de palmtakken in hun handen. Wat een heerlijke dag zal dat zijn!

Op dat moment zagen ze het nog niet. Ze zagen alleen de mens Jezus. Heb jij je wel eens afgevraagd, hoe die mensen Hem nu als Koning herkende? Want laten we eerlijk zijn die duizenden mensen die vanaf twee kanten kwamen aanstromen, waar voor het grootste deel geen inwoners van Jeruzalem, maar pelgrims, buitenlanders en landgenoten van elders. Het zijn de Grieken die dan naar de Griekstalige Philippes toekomen en zeggen: Wij willen ‘die’ Jezus zien! Joh 12:21 Uit die woorden blijkt al dat ze geen eens wisten wie Hij was. Hoe wisten ze het toen dan wel? Wel, voordat je door de poort Jeruzalem binnen wilde komen, lag er een groot vierkant stenen blok op de weg. ‘Grappig’ genoeg, precies zoals in Psalm 118 in het Hebreeuws staat: een vierhoekige steen. Deze vierkante steen lag er niet voor niks. Het was door de Romeinen namelijk verboden om op een dier te rijden als je deze steen wilde passeren. Met recht dus een “steen des aanstoots” genoemd. Er gold slechts één uitzondering: Een vorst mocht op een rijdier Jeruzalems straten betreden. Jezus stapte niet af. Hij bleef zitten op de ezel. Daarom zagen zij dat Hij de Koning moest zijn. Afgezien dat Hij een dure mantel droeg, was Hij niet direct typisch een koning om te zien. Maar wie om die reden twijfelde, zag dan in Hem wel iemand die de Romeinen durfde te trotseren, door op een ezel toch Jeruzalem binnen te rijden. En nu komt Hij ook nog eens op een onbereden dier de stad binnen. Dat was opnieuw een koninklijk teken. Hij stak daar letterlijk boven de mensen uit, zoals de dadelpalm ook boven alle bomen van het veld uitsteekt. Laten we dus niet neerkijken op de Joden, die te voorbarig waren. Zie jij Jezus als Koning? Steekt Hij voor jou boven alles uit? Heb jij er oog voor dat alle profetieën in Hem zijn en worden vervuld? Is Hij jouw Koning?

Amen

Zingen: Hosanna, de Koning komt!

 

© 2023 Designed en sponsored with by SVO PRoject