We hebben bij deze bidstond gelezen uit Psalm 50. >>> Een psalm die van twee kanten van gelovigen verhaald. Ons tekstgeddeelte begint met God te danken en eindigd met God te danken. Het mooie is, wie zijn leven ook zo inricht dat hij begint en eindigd met God te danken of te loven. Dan heb je God tot een krachtig metgezel. Hij zegt namelijk: Roep Mij aan in de dag van benauwdheid en ik zal U eruit helpen en u zult Mij eren.
Maar de psalmist spreekt ook van een ander soort 'gelovigen'. Mensen die religieus zijn en ondertussen de zonden uitleven. Zij eren en loven niet de naam van onze God, maar leven in de zonden. Misschien mis je dit punt als je het woord 'goddelozen' lees. Zonder God. Zondaren ofwel doelmissers. En ze missen niet een beetje hun doel ook, want wat doen ze? Ze maken God ook tot hun metgezel.. Zij denken dat God kan deelnemen in hun zonden. Doordat God zwijgt, denken zij: Wie zwijgt, stemt toe. Hoe weet ik dat dit namaak gelovigen zijn? Zij vermanen anderen dat zij in zonden leven en komen aanzetten met de Bijbel in hun hand en hun sierlijke vrome woorden. Dat is nog erger dan je in de zonden uitleven. Terecht zegt God: Hoe durf je mijn geboden in je mond te nemen? Terecht merkte iemand op: Maar doen wij dat alle niet? Ja, in principe wel. Niemand van ons is van zonden vrij. Maar er is een onderscheid, waar je berouw heb en je 'zonden beleid en nalaat' of dat je moedwillig in het kwaad blijf leven en gelijk je credits wil sccoren door, bij wijs van spreken, voorin de kerk te kunnen staan. God verhoeden een dergelijjk kwaad. Maar voor die Hem zoeken en God loven of zoals het Engels zegt 'bless' wat is zowel loven als zegenen. En dat geldt ook voor het Hebreeuws. Voor hen die God zowel danken, loven als zegenen, geldt deze grote zegen, dat Hij je Grote Metgezel zal zijn en je zal uithelpen. Een dergelijk Metgezel zal je nooit als je maatje gaan behandelen, maar als de God die loof, prijs en zegen.
In deze bidstond hebben we de relatief vele zorgen besproken die er in de gemeente zijn. Ook onder hen die niet bij ons aanwezig konden zijn. Het is een zegen als we zo voor en met elkaar mogen bidden en weten dat Hij ons zal uithelp