4 Mijn hart slaat over, huiver en angst overvallen mij. Het schemerlicht, waar ik anders zo naar verlang, maakt Hij voor mij tot een verschrikking.
5. Maak de tafel gereed; spreid de kleden; eet, drink. Sta op, vorsten, bestrijk het schild!
6. Want zo heeft de Heere tegen mij gezegd: Ga, zet een wachter uit; laat hem vertellen wat hij ziet.
8. Heere, op de wachttoren sta ik overdag voortdurend. En op mijn wachtpost sta ik hele nachten door.
10. O mijn gedorste volk, graan van mijn dorsvloer; wat ik gehoord heb van de HEERE van de legermachten, de God van Israël, heb ik u bekendgemaakt.
28:28 Broodkoren moet wel fijngemaakt worden, maar hij dorst en dorst het niet voor altijd door; hij plet het niet met zijn wagenwiel, met zijn paarden verpulvert hij het niet.
28:29. Ook dit gaat uit van de HEERE van de legermachten. Hij is wonderbaar van raad, Hij is groot in wijsheid.