Hooglied 4 e.v - De granaatappel

Hooglied 4

Bruidegom:

1 Zie, u bent mooi, Mijn vriendin, zie, u bent mooi. Uw ogen zijn als duiven van achter uw sluier. Uw haar is als een kudde geiten die neergolft van het gebergte van Gilead.
2. Uw tanden zijn als een kudde pasgeschoren schapen die zijn opge-komen uit de wasplaats. Alle werpen zij tweelingen, geen van hen is zonder jongen.
3. Als een scharlakenrode draad zijn uw lippen en uw spreken is bekoor-lijk. Als een opengesprongen granaatappel zijn uw slapen door uw sluier heen.
4. Uw hals is als de toren van David, in lagen gebouwd. Er hangen duizend schilden aan, allemaal schilden van helden.

Hooglied 6

Bruidegom:

11 Naar de notentuin ben Ik afgedaald, om de nieuwe knoppen in de vallei te bekijken,om te zien of de wijnstok uitloopt en de granaatappelbomen gaan bloeien.
12. Eer Ik het wist, zette Ik Mij op de wagens van Mijn gewillig volk.

Bruid: 

13. Keer terug, keer terug, o Sulammith! Keer terug, keer terug, zodat wij u kunnen zien! Wat ziet u toch aan Sulammith? 

Bruidegom:

Zij is als een reidans van twee legers.

Hooglied 8

Bruid:

1. Och, was U mij als een broer, gezoogd aan de borsten van mijn moeder. Als ik U op straat vond, zou ik U kussen. Ook zouden ze mij niet verachten.
2. Ik zou U meevoeren, ik zou U brengen in het huis van mijn moeder, U zou mij onderrichten.Ik zou U laten drinken van kruidenwijn, van het sap van mijn granaatappels.
6. Leg mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm. Want de liefde is sterk als de dood, de hartstocht onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HEERE.

Tags: ,
© 2023 Designed en sponsored with by SVO PRoject