Bijbelteksten Herman Bos Bijbelteksten 26 maart 2023 Genesis 3:8 8. En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof. Tags: Genesis, Paradijs Vorig artikel: Genesis 3:23-24 Bewaking van het paradijs en de Boom des Levens Vorige Volgende artikel: Genesis 32-33 Mahanaim, Seir en Jabok Volgende